Vogelgriep landt voor het eerst in Antarctica
De vogelgriep heeft een nieuwe grens overgestoken. Na eeuwenlang gespaard te zijn gebleven van de ziekte, zijn er nu de eerste aanwijzingen van een uitbraak van vogelgriep op Antartica. Op het kleine Bird Island in de Zuidelijke Oceaan zou een kolonie grote jagers, een type roofmeeuw, getroffen zijn. Dat meldt de British Antarctic Survey (BAS).
"Vogelgriep zou een milieuramp van de eerste orde kunnen veroorzaken in Antarctica", zegt zeebioloog Ralf Sonntag van de milieubeschermingsorganisatie Pro Wildlife. Bij Antartica denken we misschien aan eindeloze ijsvlaktes, maar het continent bruist van leven. Tot wel 100 miljoen zeevogels hebben op het continent hun broedplaatsen. Vijf pinguïnsoorten, zoals keizers- en adéliepinguïns, komen uitsluitend daar voor. Alleen al op het getroffen eiland Bird Island leven 50.000 broedparen pinguïns.
Migratie
Na meldingen van zieke en dode grote jagers werden er stalen genomen en geanalyseerd in Groot-Brittannië. Uit onderzoek blijkt dat vogels die terugkeerden van hun migratie naar Zuid-Amerika het virus waarschijnlijk geïntroduceerd hebben.
Hoe ernstig de gevolgen zullen zijn, valt momenteel moeilijk in te schatten, al is er in het rapport sprake van mogelijk ‘catastrofale’ gevolgen in het broedseizoen. Wereldwijd heeft de aanwezige variant H5N1 al miljoenen vogels dodelijk getroffen. De ziekte treft overigens niet enkel vogels. Zeeroofdieren zoals de zeeleeuw helpen het virus te verspreiden, en bezwijken soms zelf onder de ziekte.
Uitbraken vogelgriep bereiken "triest record" in 2022
18 januari 2023Wereldwijd probleem
Het virus kent ook op andere continenten haar gevolgen. De vogelgriep is een constante geworden bij de wilde vogelpopulaties in Europa, en dus blijft het risico op besmetting het hele jaar aanwezig. Dit voorjaar werden nog grote sterftes vastgesteld aan de Stille Oceaan.
Een schrijnend voorbeeld van hoe vogelgriep niet enkel vogels treft, vinden we in Brazilië. Aan de zuidelijke kustlijn is het virus nu sterk actief. "Tot nog toe hebben we hebben we 552 (dode) zeezoogdieren geteld op verschillende plaatsen langs de kust", stelt het ministerie voor Landbouw van de deelstaat Rio Grande do Sul in een verklaring. Vrijdag liet de stad Santa Vitoria Palmar, die in dezelfde staat ligt, weten dat ze de overblijfselen van 164 zeeleeuwen en oorrobben had gevonden.
De eerste uitbraak van vogelgriep bij zeezoogdieren werd slechts begin oktober vastgesteld in Cassino, een ander strand in Rio Grande do Sul. De meeste dode zeezoogdieren werden gevonden in de buurt van de grens met Uruguay, waar de autoriteiten in september de ontdekking meldden van bijna 400 kadavers van zeeleeuwen en oorrobben.
Peru, Chili en Argentinië hebben ook sterfgevallen onder hun zeezoogdieren gemeld. Ook die dieren zijn naar alle waarschijnlijkheid gestorven aan een vogelgriepbesmetting.
Pluimvee
Hoewel besmettingen bij mensen zeldzaam zijn, hebben de Braziliaanse autoriteiten de bevolking opgeroepen om de kadavers niet te benaderen en hun huisdieren bij zich te houden. Ze wijzen er wel op dat er "geen enkel risico is voor de consumptie van pluimvee of eieren". Brazilië behoudt ook zijn vrije status voor vogelgriep, aangezien "tot nu toe geen commerciële productie is aangetast", aldus de regering.
En ook in Japan zijn er dit jaar nog tien miljoen kippen gedood om de verspreiding van het virus te voorkomen, met alle gevolgen van dien voor de pluimveesector.
Bron: Eigen berichtgeving / Belga
