Voedselbanken zien aanbod met 11% slinken
nieuwsDe voedselbanken in ons land krijgen steeds minder voedsel aangeboden. Vooral de voorraad afkomstig van de voedingsindustrie en de grootdistributie is gevoelig gedaald. Oorzaken daarvan zijn de verbeterde productieplanning van de industrie en de snelverkoop tegen zeer lage prijzen bij de grootdistributie. Gelukkig lijkt de groeiende vraag naar voedselbedeling dit jaar afgeremd te zijn.
Armen en minderbedeelden kunnen via de Belgische federatie van voedselbanken rekenen op vijf kanalen om voedsel te ontvangen. In 2009 was 29,3 procent van het aanbod afkomstig uit de voedingsindustrie en 17,3 procent van de distributieketens, samen goed voor 47 procent. Zo’n tien procent komt uit publieksinzamelingen aan warenhuisketens en nog eens twee procent uit overschotten van fruit- en groenteveilingen. De overige 41 procent komt via een programma van de Europese Unie.
In 2010 is de aanvoer van voedsel via de voedingsindustrie en de distributieketens sterk afgenomen. Een extrapolatie van cijfers tot eind juli leert dat het aanbod in 2010 met 11 procent zal dalen. “Dat is geen onbelangrijke afname”, zegt Willy De Mesmaeker, woordvoerder van de Belgische federatie van voedselbanken. Volgens hem is het een geluk dat de daling van het aanbod niet gepaard gaat met een fors toenemende vraag. De vraag stijgt jaarlijks met twee procent, maar tijdens de crisisjaren 2008 en 2009 steeg dit tot 4 procent. Voor 2010 wordt er een stijging van 0,5 procent verwacht.
De voedselbanken zien twee oorzaken voor het dalend aanbod. Heel wat voedingsbedrijven kunnen door de toegenomen informatisering hun productie veel nauwer afstemmen op de werkelijke verkoop. Vroeger bouwden ze sneller een marge in, maar door een betere planning en organisatie behoren overdreven stocks nu tot het verleden. Als er toch een overproductie dreigt, proberen supermarkten snel te verkopen tegen zeer lage prijzen.
Ook via het programma van Europa is een daling van het aanbod waar te nemen. Dit programma is eigenlijk een overblijfsel van de Europese landbouwoverschotten van vroeger. Hoewel die voorraden inmiddels zijn afgebouwd en de landbouwpolitiek is veranderd, is het programma blijven bestaan. “Europa verdeelt zo nog jaarlijks melk- en graanproducten. In geval van onvoldoende stocks, wordt een budget toegekend aan de lidstaten om producten in de handel te kopen die gelden als gift voor minderbedeelden”, weet De Mesmaeker.
In 2009 kregen de voedselbanken nog 5.130 ton van Europa, voor dit jaar wordt dat geschat op 4.300 ton. Maar volgens woordvoerder De Mesmaeker is dat niet meteen slechter voor de minderbedeelden: in sommige gevallen gaat het weliswaar om minder grote hoeveelheden, maar is het wel voedsel met een hogere voedingswaarde.”
Bron: De Morgen