"Voedselagentschap heeft niet te traag gereageerd"

Het agentschap gaat terug in de tijd en brengt de stappen die werden ondernomen in kaart. Op vrijdag 27 juni werd het Voedselagentschap door het Europese waarschuwingssysteem RASFF geïnformeerd over het feit dat Zweden naar verschillende Europese landen rundervet en calciumdifosfaat, waarin vet en beenderen verwerkt waren van delen van de wervelkolom van runderen, had geëxporteerd.

Het agentschap werd ook op de hoogte gebracht van de betrokken Belgische bedrijven die deze producten hadden ontvangen. De instelling wijst erop dat al een dag later de mogelijke contacten werden gelegd met de betrokken operatoren. Op maandag 30 juni werd de tracering opgestart en een overlegvergadering met de betrokken lidstaten en de Europese Commissie vastgelegd voor woensdag 2 juli. Tijdens de vergadering met de Europese Commissie werd besloten, als enige aanbeveling, de resten van de nog niet verwerkte producten terug te sturen naar Zweden.

Er werd ook besloten dat het niet nodig was om extra maatregelen te nemen wat betreft de volksgezondheid. Dat gebeurde op basis van informatie van de Zweedse autoriteiten. Toch heeft het Voedselagentschap op 2 juli beslist om het betrokken vet uit de handel te nemen. Een dag later werden de drie betrokken operatoren en de beroepsorganisatie van de vetverwerkers op de hoogte gesteld van de te volgen procedure.

De betrokken operator moet volgens het agentschap direct zijn cliënten verwittigen van het feit dat zij niet-conforme producten aangeleverd kregen en dat zij onmiddellijk moeten overgaan tot het blokkeren van de eventueel nog aanwezige producten. Wanneer deze producten al verkocht werden, moeten zij op hun beurt hun klanten verwittigen.(KS)