Vlaming werd meer bourgondiër dan gezondheidsfreak

De voorbije tien jaar zijn Vlamingen wat meer bourgondiër geworden, zo blijkt uit een studie van de vakgroep Landbouweconomie van de Universiteit Gent. Dit is een opmerkelijke evolutie omdat doorgaans wordt aangenomen dat het gezondheidsbewustzijn in relatie tot voeding de voorbije jaren toegenomen zou zijn. "Onze cijfers suggereren op het eerste gezicht eerder het tegendeel", zegt professor Wim Verbeke.

De onderzoekers vroegen in 2001, 2006 en 2011 aan vergelijkbare steekproeven van Vlaamse consumenten in welke mate ze akkoord konden gaan met de stelling: "Ik eet wat ik graag eet, zonder mij zorgen te maken over de gezondheid ervan".

In 2001 ging 24 procent van de bevraagde Vlamingen akkoord met die stelling. Dat aandeel steeg tot 32 procent in 2006 en zelfs tot 39 procent eind 2011. Slechts 36 procent van de Vlaamse consumenten ging in 2011 niet akkoord met de stelling, terwijl dat in 2001 nog 58 procent was. In de studie van 2011 waren ook Nederland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk opgenomen. Alleen Franse consumenten maken zich nog minder zorgen over hun voeding dan Vlamingen.

"Mannen hangen de bourgondische en onbezorgde levensstijl sterker aan dan vrouwen, hoewel vrouwen tijdens de voorbije vijf jaar aan een inhaalbeweging bezig zijn. En jongeren onder de 25 jaar zijn meer geneigd om te kiezen voor wat ze lekker vinden zonder zich daarbij te bekommeren om gezondheid", zegt professor Wim Verbeke van de vakgroep Landbouweconomie.

Verbeke ziet drie mogelijke verklaringen voor deze opmerkelijke evolutie in de levensstijl van Vlamingen. In 2001 lagen de crisissen in de vleessector (BSE en dioxine) nog vers in het geheugen. Die crisissen hadden de perceptie doen ontstaan dat niets nog veilig was en dat men zich best kritisch opstelde tegenover voeding. Intussen wordt gezonde voeding meer en meer ingevuld in termen van voedingswaarde en daartegenover stellen consumenten zich blijkbaar minder bezorgd op.

Een tweede deel van de verklaring is volgens Verbeke de verzadiging aan berichtgeving over voeding en gezondheid die bij een groeiende groep consumenten leidt tot onverschilligheid. Een laatste deel van de verklaring is dat meer consumenten hun levensstijl en eetgewoonten al hebben aangepast in de voorbije jaren en misschien ontdekt hebben dat lekker en gezond perfect kunnen samengaan. “Onze resultaten zijn dus ook een teken dat het vertrouwen in de gezondheid van wat in de winkelrekken ligt, toegenomen is”, alsnog professor Verbeke.

De resultaten van de studie stellen volgens Verbeke organisaties en overheden die communiceren over voeding en gezondheid voor een uitdaging. "Het groeiend segment van de bevolking dat kiest voor lekker eten zonder zich te bekommeren over de gezondheid ervan, is een segment dat minder openstaat voor boodschappen over voeding en gezondheid en als doelgroep moeilijker kan worden bereikt via klassieke campagnes en informatiekanalen."