Vlaamse visvangst naar dieptepunt door coronacrisis
De Vlaamse zeevissers hebben vorig jaar 18.306 ton verse vis gevangen en aan wal gebracht. Dat was 5 procent minder dan in 2019 en een absoluut dieptepunt, zo blijkt uit cijfers van het Departement Landbouw en Visserij. Schol en tong waren de vaakst gevangen soorten.
Het volume aangevoerde vis dook in 2019 voor het eerst sinds 2010 onder de 20.000 ton. Maar zo laag als vorig jaar lag het totale volume hoogstwaarschijnlijk nog nooit, zo valt af te leiden uit de tabellen van het Departement Landbouw en Visserij.
Het dieptepunt houdt verband met het coronavirus. "De tijdelijke stilligregeling die in het kader van de COVID-19-crisis voor de visserijsector werd uitgewerkt, speelt hier natuurlijk mee", zo luidt het. Reders konden ervoor kiezen om tijdelijk niet meer uit te varen - maximaal drie weken per vaartuig -, om zo vraag en aanbod in evenwicht te krijgen. Ze konden daarvoor een vergoeding krijgen.
Tweeënveertig vissers maakten van die regeling gebruik, zo antwoordde Vlaams minister van Visserij Hilde Crevits (CD&V) onlangs nog op een vraag van Vlaams Parlementslid Bart Tommelein (Open Vld). "Er werden 42 dossiers goedgekeurd", zei Crevits. "Er werden 37 vergoedingen a rato van 2.250 euro per week uitbetaald aan 15 vissersvaartuigen die behoren tot het klein vlootsegment, en 68 vergoedingen a rato van 6.000 euro per week aan 27 vissersvaartuigen van het groot vlootsegment", stelde Crevits.
Zeebrugge behoudt koppositie
Zeventig procent van de vorig jaar gevangen vis, of 12.796 ton, werd aan wal gebracht in Belgische havens, met Zeebrugge op kop (6.764 ton), al daalde dat aandeel met 15 procent tegenover 2019. Dan volgen de havens van Oostende (5.697 ton), wat een stijging is van 6 procent, en Nieuwpoort (335 ton), een daling van 16 procent. De rest kwam in buitenlandse havens toe, vooral in Nederland en Denemarken.
De Vlaamse vissers staan bekend om hun gemengde vangsten, met specialiteit platvissen. Schol en tong werden het vaakst aangevoerd - respectievelijk 20 en 15 procent van het totale volume -, gevolgd door roggen, inktvissen en ponen.
In waarde uitgedrukt is tong veruit het belangrijkst. Die was vorig jaar goed voor 42 procent van de totale aanvoerwaarde, schol vertegenwoordigde 11 procent.
De totale aanvoerwaarde bedroeg 74,3 miljoen euro, 8 procent minder dan in 2019. Sinds 2000 lag dat bedrag alleen in 2013 nog lager. De gemiddelde prijs voor de visserijproducten bedroeg 4,06 euro per kilogram (tegen 4,19 euro in 2019).
De Vlaamse zeevisserijvloot bestaat momenteel uit 68 vaartuigen, waarvan er 65 actief zijn, aldus het Departement Landbouw en Visserij.
Meer info op de website van het Departement.
Bron: Belga / Eigen verslaggeving
