Vlaams platteland sneuvelt voor Europese retoriek
nieuwsDagen, zoniet weken heeft de Europese coördinatiecel van Buitenlandse Zaken (DG-Europa of P11) vergaderd om de Belgische prioriteiten voor het meerjarenbudget vast te leggen. Niet zelden waren die vergaderingen, waar diplomaten en kabinetsmedewerkers het hoge woord voeren, een krachtmeting tussen Vlaanderen en Wallonië. De Vlaamse vertegenwoordigers wilden dat de federale regering prioritair voor de Vlaamse zaak (wetenschappelijk onderzoek, landbouw) opkwam, de Franstaligen drongen dan weer op weer op waakzaamheid voor Henegouwen en de structuurfondsen aan. Voor elke belangrijke vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken over de meerjarenbegroting kreeg minister Karel De Gucht dan ook nauwgezette instructies.
Als P11 er niet uit geraakte, werd de kwestie naar het kernkabinet doorgespeeld en gebeurde daar de ultieme arbitrage. Op 14 december - een dag voor de Europese top - werd in de Europese coördinatiecel nog duchtig over de plattelandsontwikkeling gebakkeleid. Vanuit Vlaamse hoek kwam de vraag om het dossier topprioriteit te geven. De federale diplomatie had het daar moeilijk mee en liet dat ook merken. Op de vooravond van een Europese Raad moet men immers selectief optreden en keuzes maken. Op een Europese top is een regeringsleider verplicht om zijn interventies zorgvuldig af te wegen, want de spreektijd en het krediet zijn vlug opgebruikt.
De Belgische diplomatie en zeker premier Guy Verhofstadt profileerde zich vooral op algemeen Europese thema's zoals de hoogte van het budget en de afbouw van de Britse korting. Wat de nationale belangen betreft, beperkte de eerste minister zich tot de afwijzing van discriminatoire maatregelen. De vrees was groot dat het toeschuiven van 40 procent douanerechten aan Nederland kwalijke gevolgen op de Belgische, lees Vlaamse haventrafiek zou hebben. Het havenwezen bleek andermaal zwaarder te wegen dan het platteland.
CD&V-voorzitter Vandeurzen was donderdag op de EVP-top de Meisen, waar uitgebreid over de plattelandsontwikkeling werd gepraat. Vooral de Oostenrijkse kanselier Wolfgang Schüssel maakte er een staatszaak van. Bij hem ging het echter niet over 80 miljoen euro, wel over vele honderden miljoenen. In vergelijking met het Luxemburgse voorstel sneed Groot-Brittannië voor 500 tot 800 miljoen euro in de Oostenrijkse plattelandshulp weg.
Met Finland en Ierland vormde Wenen dan ook een front om de Britten op andere gedachten te brengen. Het manoeuvre slaagde en vrijdagnacht zagen al die landen dat Blair hen een extraatje plattelandssteun had bezorgd. Zelfs Luxemburg kreeg een snoepje. In dat lijstje van landen is er geen sprake van België en dat verklaart allicht de oprisping van Vandeurzen.
Dat België en Vlaanderen in de nieuwe meerjarenbegroting geen reden tot klagen hebben, is bekend. In vergelijking met het vorige budget zou de daling slechts 5 tot 7 procent bedragen. Bovendien wordt hier geen rekening met de middelen voor wetenschappelijk onderzoek gehouden. Die stijgen met 75 procent en tot dusver lukte het Vlaanderen om zich hier meer dan behoorlijk te verdedigen.
Poll: Bent u heel boos over het dreigende verlies aan plattelandsfondsen?
Bron: Belga