Vlaams-Brabant telt 121 Europese plattelandsprojecten

Sinds 2007 heeft de provincie Vlaams-Brabant al 121 plattelandsprojecten opgestart in het kader van het Europese programma voor plattelandsontwikkeling. “In totaal ging er de voorbije vijf jaar bijna negen miljoen euro aan subsidies naar projecten die de leefbaarheid van het platteland in Vlaams-Brabant moeten verbeteren”, zei Monique Swinnen, gedeputeerde Plattelandsbeleid.

Vlaams-Brabant is met gemiddeld 511 inwoners per vierkante kilometer de kleinste en dichtst bevolkte Vlaamse provincie. “En toch kan je zeggen dat op de stadskern van Leuven na, bijna heel onze provincie als platteland kan worden gezien”, beweert Eva Roeykens, plattelandscoördinator van de provincie, tijdens een studienamiddag in Melsbroek. De twee meest typische plattelandsgebieden zijn het Hageland en het Pajottenland, zij zijn beiden Leadergebieden.

Na vijf jaar werking telt het Leadergebied Hageland al 61 goedgekeurde plattelandsprojecten. Een belangrijk project is ‘Fruitteelt in het Hageland’ dat de Hagelandse fruitteelt wil versterken door kennisontwikkeling. “Wij maken werk van een betere teelttechniek die is afgestemd op de typische bodemkarakteristieken en van alternatieve bestrijdingsmethodes zoals de feromoonverwarring”, legt Ine Vervaeke, diensthoofd Landbouw van de provincie uit. Die kennis wordt verspreid onder de telers via vergaderingen en studiedagen.

Het Pajottenland dat pas later van start ging, heeft nog maar zes goedgekeurde projecten. Eentje daarvan is Kyoto in het Pajottenland. “Hierbij willen we samen met een aantal partnerorganisaties het energiegebruik in de regio grondig terugschroeven: 20 procent minder CO2-uitstoot, 50 procent energiebesparing en 100 procent meer hernieuwbare energie”, verklaart de coördinator van het project. In dat kader werden al infoavonden en workshops over isolatie, zonne-energie en hoogrendementsglas georganiseerd.

“Al deze projecten kunnen rekenen op subsidies van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), maar ook op provinciale en Vlaamse steun. “Toch wil ik meegeven dat de eigen inbreng in alle projecten het belangrijkst is. Uiteraard financieel - zowat veertig procent van de kosten wordt zelf gedragen - maar ook de passie is noodzakelijk om de troeven van deze regio’s uit te dragen”, aldus Swinnen.

In totaal ging er al negen miljoen euro naar de versterking van het platteland. Volgens de gedeputeerde is de provincie daarmee op goede weg. “En dat hebben we willen aantonen met onze brochure ‘Plattelandsontwikkeling in de provincie Vlaams-Brabant’. Hierin lichten zowel deskundigen als projectpromotoren het beleid toe.”

Plattelandscoördinator Eva Roeykens schetste nog een aantal uitdagingen voor de toekomst. “Steeds meer krijgen we op het platteland te maken met mentale verstedelijking. Dit duidt op het proces waarbij de cultuur en de mentaliteit van de stad wordt overgedragen naar het platteland. Stedelingen zien het platteland vooral als een plaats waar landelijk kan gewoond worden en waar ze kunnen ‘herbronnen’. Agrarische productie lijkt minder belangrijk”, weet Roeykens die het ‘not in my backyard-syndroom’ als één van de uitwassen daarvan ziet.

Tot slot is 52 procent van de land- en tuinbouwers in Vlaams-Brabant ouder dan 55 jaar. “Met de toenemende wereldbevolking leggen we dus een heel grote verantwoordelijkheid in de schoot van jonge boeren”, stelt de plattelandscoördinator. Omdat de landbouw het in de dicht bevolkte provincie moeilijk heeft, ziet Vlaams-Brabant op dat vlak een uitgelezen rol weggelegd voor de structurele tweede pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.