Vispopulatie in Vlaamse rivieren nagenoeg ongewijzigd
nieuwsDe vissamenstelling van de Vlaamse rivieren is weinig veranderd ten opzichte van de vorige onderzoeken in 2004-2006. In het kader van het 'Meetnet Zoetwatervis' werden vorig jaar 159 locaties verspreid over 10 bekkens in Vlaanderen door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) bevist. De vispopulaties in onder meer het Dijle- en Demerbekken, de Kleine en Grote Nete en de Schelde werden onderzocht.
In het Dijlebekken werd de IJse onder de loep genomen. Belangrijkste vaststelling was de verdere toename van het aantal bermpjes door de herkolonisatie vanuit de Dijle. Daarnaast was er sprake van een afname van het stekelbaars-, riviergrondel- en blankvoornbestand.
De vangstresultaten op de Demer zijn vergelijkbaar met die van de andere campagnes de voorbije jaren. Soorten zoals blankvoorn, riviergrondel en blauwbandgrondel blijven goed vertegenwoordigd. Goed nieuws is de vangst van vijftien grote modderkruipers. De laatste keer dat deze beschermde en zeldzame soort werd aantroffen in de Demer, was in 1999.
Uit het rapport blijkt eveneens dat de rivierdonderpad migreert vanuit de Kleine Nete verder stroomopwaarts naar de Grote Nete. Voor het eerst in dit reguliere meetnet werd bot aangetroffen op drie locaties op de Grote Nete. Deze diadrome soort (vis die tussen zoet en zout water migreert) trekt vanuit de Schelde naar de zijrivieren. Hun aanwezigheid in de Grote Nete duidt op een verbetering van de connectiviteit, verklaart INBO.
Op de Zwinnevaart in de Brugse polder werden tien soorten gevangen, ten opzichte van vroegere campagnes is hier een verbetering merkbaar. In 1996 was er namelijk geen visleven, en in 2005 werden slechts twee soorten gevangen.
Bron: Belga