Vanthemsche noemt speculeren op duur voedsel "immoreel"
nieuwsIn Europa en de VS spenderen we gemiddeld 12 procent van ons budget aan voedsel. In Tunesië en Egypte is dat ruim 30 procent, in Sub-Sahara-Afrika tot 60 procent en meer. "Elke prijsverhoging van basisvoedsel voelen miljoenen arme mensen onmiddellijk in hun portemonnee. Speculeren op duur voedsel is dus een immorele activiteit", schrijft Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche in een opiniestuk in De Tijd.
De prijzen van de belangrijkste landbouwgrondstoffen (granen, soja, enz.) worden bepaald op de wereldmarkt. De vraag wordt volgens Vanthemsche gestuurd door een groeiende wereldbevolking en een toenemende welvaart gekoppeld aan een wijzigend voedingspatroon in vele opkomende landen en een stijgend alternatief gebruik van landbouwgrondstoffen. "Aan de aanbodzijde staan we voor een enorme uitdaging", aldus Vanthemsche. "Stagnerende rendementen, een dalende beschikbaarheid van grondstoffen en last but not least de klimaatverandering maken dat het aanbod niet altijd volgt: globaal te weinig of op de verkeerde plaats."
De vraag dringt zich op hoe de productiviteit op een duurzamere manier verhoogd kan worden om te voldoen aan de toenemende vraag naar voedingsmiddelen, veevoeder, brandstof en vezels. "Anders gezegd, hoe kunnen we meer produceren met minder", zegt Vanthemsche. De landbouwproductie moet de komende 40 jaar met 60 procent groeien op wereldvlak om aan die toenemende vraag te voldoen. Dat betekent vanaf 2050 één miljard ton graan en 200 miljoen ton vlees meer per jaar, vergeleken met het niveau van 2005 tot 2007.
Hoge grondstoffenprijzen worden vooral gevoeld door de meer dan één miljard mensen die wereldwijd onder de armoedegrens leven. "Een hogere graanprijs is voor de meeste Belgen niet dramatisch, maar wordt des te harder gevoeld door mensen met weinig koopkracht die overleven op een basisdieet van granen", verduidelijkt Vanthemsche. Hij betreurt dat de G20 geen werk heeft gemaakt van het Franse actieplan inzake volatiele voedselprijzen. "Overheden moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Want een beleid voor voedselzekerheid is bij uitstek een veiligheidsbeleid. Een regio die er niet in slaagt de bevolking veilig en betaalbaar voedsel te bieden, stevent af op instabiliteit en voedselrellen."
Om betaalbaar voedsel te verzoenen met leefbare landbouw acht Vanthemsche een "intelligente mix aan instrumenten" nodig. De stijgende prijzen moeten boeren aanzetten om meer te produceren, maar de krimpende marges beletten dat terwijl de sterke volatiliteit het marktsignaal onduidelijk maakt. "Werken aan meer prijsstabiliteit is een absolute noodzaak", aldus Vanthemsche, "en het is dan ook de grootste lacune in de hervormingsvoorstellen voor het Europees landbouwbeleid." Hij verklaart dat door de slechte ervaringen van Europa met een te lang volgehouden ongecorrigeerd interventiebeleid en de overschotten die daaruit voortvloeiden.
"Europa veronachtzaamt een belangrijke doelstelling van zijn landbouwbeleid naast voedselzekerheid, namelijk de stabilisatie van de landbouwmarkten. Bij gebrek aan moed wordt de paraplu opengetrokken en wordt er doorverwezen naar het globale niveau", hekelt de voorzitter van de grootste landbouworganisatie in Vlaanderen. "Dagelijks zet de landbouwsector in op meer efficiëntie en een betere productiviteit. Maar daarmee alleen zullen we het niet redden, wat de vrijemarktvolgelingen er ook van denken. De landbouwmarkten vragen economische en sociale correcties. Het is dus aan de overheid om haar verantwoordelijkheid op te nemen."
Bron: De Tijd