nieuws

"Vaak spanningen bij overname familiebedrijven"

nieuws
Bedrijfsovernames zijn niet alleen voor landbouwbedrijven een uitdaging van formaat. Dertig procent van alle familiebedrijven in België weet dat ze in de komende tien jaar de overdracht van de leiding over het bedrijf en/of de eigendom moeten doorvoeren. Toch zorgt de wisseling van de wacht in deze bedrijven vaak voor spanningen. Dat blijkt uit een onderzoek van onder meer professor Johan Lambrecht van het Studiecentrum voor Ondernemerschap (SVO) van Ehsal en de K.U.Brussel.
5 juni 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:04
Bedrijfsovernames zijn niet alleen voor landbouwbedrijven een uitdaging van formaat. Dertig procent van alle familiebedrijven in België weet dat ze in de komende tien jaar de overdracht van de leiding over het bedrijf en/of de eigendom moeten doorvoeren. Toch zorgt de wisseling van de wacht in deze bedrijven vaak voor spanningen. Dat blijkt uit een onderzoek van onder meer professor Johan Lambrecht van het Studiecentrum voor Ondernemerschap (SVO) van Ehsal en de K.U.Brussel. De onderzoekers namen 23 diepte-interviews af bij elf familiebedrijven in Wallonië en Brussel. Zo konden ze "de indrukken van zowel overdrager als opvolger noteren en vergelijken".

Zowel aan Frans- als Vlaamstalige zijde worden familiebedrijven meer en meer geconfronteerd met de "overdracht van de macht". De leeftijd is volgens de onderzoekers daar niet vreemd aan, 40 procent onder hen is 50 jaar of ouder. Maar aan de overdracht van de dagdagelijkse leiding en de eigendom en aan de overzetting van impliciete kennis wordt vaak niet gedacht. "Heel wat bedrijfsleiders lijken zich niet bewust van de nood om tijdig aan de overdracht te denken. Bij Franstalige familiebedrijven is er meer sprake van onwetendheid en verdringing", aldus Lambrecht.

"Vaak spelen psychologische factoren mee bij de overdrager. Hij ontleende jarenlang zijn identiteit en sociale status aan het familiebedrijf. Ook de partner, medewerkers en externen zoals klanten en leveranciers hebben het soms moeilijk om de overdracht te erkennen", aldus Lambrecht. "Tijdig stappen nemen", luidt de boodschap. De familiale opvolging "begint al in de wieg". De ideale opvolger werkt na de studies liefst even bij een ander bedrijf. Voordat hij het roer overneemt heeft hij best al andere taken uitgevoerd in het familiebedrijf. Bij de overdracht is het gewenst dat de familiale opvolger ook een deel van de aandelen overneemt.

Bij een overdracht mag de impliciete kennis niet onderschat worden, aldus Lambrecht. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kennis van het klantenbestand en het aankoopbeleid. Daarbij wordt te vaak gedacht dat de "jarenlange onderdompeling in het bedrijf" de opvolger klaarstoomt. "Niets is minder waar, expliciete en formele overdracht van kennis is nodig", aldus Lambrecht.

Als er bij de opvolging toch gekozen wordt voor een externe manager, dan gaat de voorkeur naar een medewerker die in het familiebedrijf is doorgegroeid. Als een buitenstaander wordt aangetrokken, dan draait die best eerst een paar jaar mee in het bedrijf. Bij die overdracht houden de betrokken actoren best eveneens rekening met de "levenscycli". Bij de formele overdracht is de opvolger ideaal een gevorderde dertiger en de overdrager een zestiger. Eens de overdracht afgerond is, zijn duidelijke afspraken en een taakverdeling noodzakelijk.

Lambrecht voerde de studie uit samen met Fabrice Pirnay van het Centre de Recherche PME van de managementschool HEC van de Luikse universiteit ULg. Het "Institut de l' Entreprise Familiale" was de opdrachtgever. Dat studiecentrum wil nu de familiebedrijven sensibiliseren over de spanningen die kunnen optreden bij een overdracht.(KS)

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek