Tollens: "Miljoenen zullen hongerdood sterven"
nieuwsIn 2004 voorspelde Eric Tollens, een adviseur van de Voedselorganisatie van de Verenigde Naties (FAO), dat de voedselprijzen zouden stijgen. Het merkwaardige is dat niemand daarvan wakker lag. Het is meer dan dertig jaar geleden dat de voedselvoorraden zo laag waren. Het duurt jaren om de voorraden weer op peil te krijgen. Het is met voedsel niet zoals met olie, waar de Opec van vandaag op morgen kan beslissen meer op te pompen, zegt Tollens.
Vier jaar later ligt de halve wereld wel wakker van de hoge voedselprijzen. In veel landen braken de jongste maanden al voedselrellen uit. Argentijnse boeren gaan de straat op omdat ze hun soja niet langer vrij mogen exporteren. Egyptenaren zijn boos omdat het brood onbetaalbaar wordt. En hongerige Haïtianen vermoorden een lid van de VN-politiemacht. Het straatgeweld eiste al tientallen doden. Volgens de Verenigde Naties dreigt op korte termijn een voedselcrisis in 37 landen. Het voorbije weekend stond de voedselcrisis op het menu van de lentetop van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds. De Britse premier, Gordon Brown, wil de stijging van de voedselprijzen in juli ook aankaarten op de top van de rijkste acht geïndustrialiseerde landen (G8) in Japan.
Er is al veel gezegd en geschreven over de oorzaken van de stijgende voedselprijzen. Welke zijn volgens u de belangrijkste? Eric Tollens: De belangrijkste reden is de snel groeiende consumptie in Azië en in sommige landen in Latijns-Amerika en Afrika. In korte tijd hebben zich honderden miljoenen nieuwe consumenten gemeld op de wereldmarkt. Chinezen, Indiërs, maar ook Russen en Brazilianen. Als mensen het economisch wat beter hebben, wijzigt hun voedingspatroon. Ze eten gevarieerder: meer vlees, vis, eieren en melk. Ze nemen een westers dieet aan. Er is een ware vleesrevolutie aan de gang, waarbij landbouwgewassen moeten wijken voor de productie van veevoer. Voor elke Indiër die 1 kilogram kip op zijn bord wil, is 3 kilogram graan nodig. Door de exponentiële vraag zijn de voorraden naar een historisch dieptepunt gezakt. De graanschuur van de wereld is op dit ogenblik nog maar voor een maand gevuld (om voedselzekerheid te hebben, is een voorraad van minstens vier maanden nodig, nvdr). Dat is rampzalig als je weet dat graan de basis van alles is. 80 procent van alle voedingsmiddelen is afgeleid van graan. De grootste voorraden zitten in China en India. Die landen zijn aan het hamsteren, omdat ze vrezen voor voedselschaarste. De Verenigde Staten hebben geen stocks meer en Europa heeft alle voorraden afgebouwd toen het zijn politiek van kunstmatige prijsstabilisering van landbouwproducten vaarwel zegde. Ook de privébedrijven houden minder stock aan. Indekken tegen prijsschommelingen gebeurt vandaag met termijncontracten. We zijn met z'n allen afhankelijk van de evolutie van de prijzen op de wereldmarkt. Doordat er geen buffer meer is, is de volatiliteit sterk toegenomen. De prijzen reageren extreem op alles wat er gebeurt. Een misoogst in Argentinië en je ziet de prijzen omhoogschieten.
Zijn er meer misoogsten door de klimaatverandering? Tollens: Er waren de jongste jaren wel wat meer misoogsten door extreme droogte, regenval of tornado's. Maar ik zie geen duidelijk verband tussen de klimaatverandering en de forse stijging van de landbouwprijzen. De klimaatverandering is een geleidelijk proces, terwijl de landbouwprijzen sinds 2005 exponentieel gestegen zijn.
Een vaak gehoorde verklaring is de toegenomen vraag naar biobrandstoffen. Leidt die tot fundamentele wijzigingen op de markt van de landbouwproducten? Door de subsidiepolitiek van de Amerikanen moeten bepaalde landbouwgewassen wijken voor gewassen die verwerkt kunnen worden tot ethanol. In de VS gaat een derde van de maïsproductie al naar bio-ethanol. Maar al bij al blijft de invloed beperkt. In de akkerbouw is maar 1 procent van het wereldwijde areaal aangewend voor biobrandstoffen.' 'Belangrijker dan de biobrandstoffen zijn de vrachttarieven. Het transport over zee is in korte tijd dubbel zo duur geworden door de hoge olieprijzen en het schrijnende tekort aan bulkschepen. Ook de prijs van meststoffen is enorm gestegen door de hoge olieprijzen. De meeste meststoffen zijn immers petroleumderivaten.
Moeten beleggers stoppen met speculeren op grondstoffenprijzen? Drijft speculatie de prijzen de hoogte in? In 2006 is de speculatie op landbouwproducten via futures en opties met 30 procent gestegen. Door de kredietcrisis op de financiële markten vluchten mensen naar grondstoffen omdat die veilige havens zijn. Toch heeft dit volgens mij geen fundamentele invloed op de prijs. Voor elke call-optie is een put nodig, en die twee houden elkaar in evenwicht. Wel nefast is dat al die speculatie de volatiliteit vergroot.
Hebben de voedselprijzen hun piek bereikt? De oogst in het zuidelijk halfrond is binnen en die was oké, dankzij de uitstekende oogst in Australië. Alles hangt nu af van het noordelijk halfrond, waar er van juli tot september geoogst wordt. Bij een normale tot goede oogst verwacht ik dat de prijzen zullen zakken, maar niet onder het niveau van 2005. Bij een tegenvallende oogst zullen de prijzen nog stijgen. Het is zelfs mogelijk dat de prijzen nog een keer verdubbelen. Vorige maand heb ik tijdens een toespraak voor het World Agroforestry Center gezegd dat deze crisis eerder structureel is dan tijdelijk. Alle landen die voor voedsel afhankelijk zijn van import, krijgen het moeilijk. Tot die groep behoren bijna alle Afrikaanse landen. Miljoenen mensen wacht de hongerdood, vooral vrouwen en kinderen. Ik verwacht dat de komende maanden regeringen zullen vallen in ontwikkelingslanden. De mensen begrijpen niet wat er gebeurt en geven hun leiders de schuld. We hebben het ergste van deze crisis nog niet gezien.
Volgens de directrice van het Wereldvoedselprogramma van de VN is een nieuw tijdperk van honger aangebroken. Vroeger was armoede vooral een kwestie van het platteland, vandaag verhongeren mensen in de steden. Steden liggen meestal aan havens, waarlangs import en voedselhulp passeren. Vroeger waren mensen in de steden beter af. Dat is vandaag anders. In juni zullen alle budgetten van het Wereldvoedselprogramma voor 2008 opgebruikt zijn. Voedselhulp wordt onbetaalbaar. Er ontstaan rellen waar we dat nog nooit eerder zagen, omdat in de winkelramen duur geïmporteerd voedsel ligt dat niemand nog kan betalen. Wie op het platteland woont en voor zichzelf kan zorgen, heeft geluk.
Een twintigtal landen hebben al prijscontroles of exportbeperkingen ingevoerd, waaronder Rusland, China, Vietnam, Thailand en Argentinië. Welke effect hebben die? Prijscontroles zijn enkel cosmetisch en hebben geen enkel effect. De ervaring leert dat een overheid de prijzen niet kunstmatig laag kan houden. De vrije markt overwint altijd, omdat er een zwarte markt ontstaat. Exportbeperkingen werken wel, maar enkel tijdelijk en lokaal. Ik begrijp de landen wel die in een paniekreactie exportbeperkingen opleggen, omdat de eigen bevolking dreigt te verhongeren. Maar ze schuiven het probleem af op anderen en passen de 'beggar thy neighbour'-politiek toe. De rest van de wereld kan de pot op. Telkens een land zijn grenzen sluit, gaan de prijzen op de wereldmarkt de hoogte in.
Wat moet er gebeuren om deze crisis te bedwingen? Op korte termijn moeten we meer geld voor voedselhulp voor de allerarmsten opzij zetten. Daarnaast moeten we de subsidies voor biobrandstoffen onmiddellijk stopzetten. Voor die subsidies is er geen enkel economische verantwoording. Ook het argument dat we biobrandstoffen nodig hebben om de Kyotonormen te halen, houdt geen steek. Europese studies tonen aan dat CO2-rechten kopen om te herbebossen vijf keer efficiënter is dan biobrandstoffen te gebruiken. Op middellange termijn moeten we dringend voorraden aanleggen, zoals we ook strategische petroleumstocks hebben. Daarvoor hebben we een paar jaar goede oogsten nodig. Ten slotte moeten we de landbouwproductie drastisch opdrijven. Over vijftig jaar moet de aarde negen miljard monden voeden. Het landbouwareaal in de wereld heeft zijn grens bereikt. Azië kan nog amper uitbreiden. Afrika en Latijns-Amerika kunnen dat in theorie, maar ten koste van het regenwoud. De sleutel ligt in het efficiënter benutten van de bestaande gronden. Indiërs en Chinezen hebben al begrepen dat de Afrikanen hen over dertig jaar zullen moeten voeden. Er zijn massale investeringen nodig in Afrika voor landbouwonderwijs, wegen, havens, irrigatie en zaaigoed.
Bestaat er een kans dat er bij ons hongersnood uitbreekt? Moeten we gaan hamsteren? Zo'n vaart zal het niet lopen. In België gaat slechts 12 procent van het gemiddelde gezinsinkomen naar voedsel. Dat aandeel zal wel wat stijgen de komende jaren, maar niet dramatisch. Bovendien vangt ons index-systeem de grootste schokken op, omdat voeding zwaar doorweegt in de index. De bedrijven zullen het niet graag horen, maar er zullen de volgende maanden en jaren nog veel indexsprongen komen.(KS)
Poll: Verwacht u dat de komende jaren dramatische voedseltekorten ontstaan op onze planeet?
Bron: De Tijd