"Spaanse komkommers niet oorzaak van EHEC-besmetting"

De besmettingszaak met de EHEC-bacterie in Duitsland heeft zware gevolgen voor de groentesector in verschillende lidstaten. In Nederland is er sprake van een verlies van 30 miljoen euro per week en in Spanje loopt het cijfer zelfs op tot 200 miljoen euro per week. Ondertussen is duidelijk dat de besmetting niet veroorzaakt werd door Spaanse komkommers, maar de ware bron van infectie blijft voorlopig ongeïdentificeerd.

De publieke ongerustheid die heerst omtrent komkommer en andere verse ‘saladegroenten’ heeft ernstige gevolgen voor de groentesector in verschillende EU-lidstaten. Maandag maakte het Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) bekend dat slechts 25 procent van de aangevoerde komkommers verkocht raakten, tegen een zeer lage prijs. In Nederland lijdt de groentesector naar schatting 30 miljoen euro schade per week en in Spanje zou de schade zelfs oplopen tot 200 miljoen euro per week.

Omdat hier geen sprake is van een normaal bedrijfsrisico wil Nederlands staatssecretaris voor Landbouw Henk Bleker een steunfonds oprichten voor de telers die als gevolg van de uitbraak hun producten niet meer aan de man kunnen brengen. Daarbij krijgt hij de hulp van de Europese Unie, die 10 miljoen euro steun vanuit het budget voor het gemeenschappelijk landbouwbeleid ter beschikking stelt, op voorwaarde dat de Nederlandse tuinbouwsector eenzelfde bedrag op tafel legt.

“In de eerste plaats is het van groot belang dat in Duitsland duidelijk wordt wat de oorzaak is van de besmetting”, benadrukt Bleker nog in agd.media. Er werd vanuit Duitsland gespeculeerd dat Spaanse komkommers de oorzaak waren van besmetting, maar onderzoek heeft ondertussen uitgewezen dat dit niet klopt. Uit twee stalen van Spaanse komkommers in Duitsland blijkt dat de groenten wel met de bacterie vervuild zijn, maar niet met de dodelijke variant die aangetroffen werd bij de slachtoffers.

Spanje is dan ook boos om de manier waarop Duitsland de situatie heeft aangepakt, meldt De Tijd. Spaans staatssecretaris voor Landbouw Josep Puxeu wil de Duitse autoriteiten ter verantwoording roepen. “Ze hebben zich niet aan het Europese protocol gehouden”, luidt het in De Tijd. Volgens dat protocol moeten lidstaten dit soort problemen eerst melden aan de Europese instellingen, die op hun beurt de lidstaten informeren.

Federaal minister voor Landbouw Sabine Laruelle springt haar Spaanse collega's bij in hun kritiek. Daarenboven vindt ze dat het Duitse onderzoek naar de bron van de EHEC-bacterie te traag vordert. Ook het Voedselagentschap wil duidelijkheid over de situatie en nam daarom contact op met de Europese Commissie. “De berichten over de EHEC-bacterie vanuit Duitsland zijn onduidelijk, omdat er zowel vanuit Berlijn als vanuit de deelstaten gecommuniceerd wordt”, luidt het.

De bron van de infectie blijft dus voorlopig ongeïdentificeerd. Het resultaat van het onderzoek op twee andere stalen van in Duitsland aangetroffen komkommers met de EHEC-bacterie is nog niet bekend. In ieder geval blijkt dat alle niet-Duitse slachtoffers tijdens de afgelopen weken in Duitsland zijn geweest. In Nederland werden maandag drie mensen met darmklachten en nierfalen behandeld, die allemaal een bezoek hadden gebracht aan Duitsland. Dit geldt ook voor de 39 Zweden die besmet raakten met de bacterie, het eerste Spaanse slachtoffer waarbij de ziekte dinsdag werd vastgesteld en de twee 'vermoedelijke' gevallen van besmetting die in Tsjechië werden aangetroffen.

Om de aanwezigheid van de bacterie bij zieken sneller te kunnen vaststellen, hebben onderzoekers aan de Duitse universiteit van Münster een versnelde testprocedure op punt gesteld. De test is toepasbaar op zowel uitwerpselen als op groenten. “Het is echter geen ‘instant test’. Elk staal dient met geavanceerde machines in een lab voor moleculaire biologie onderzocht te worden”, luidt het.