Sensibiliseringscampagne gebruik herbiciden in Ijzerbekken

De analyses van een intensieve meetcampagne die vorig jaar werd gehouden in het Ijzerbekken, wijzen op een probleem met atrazine. Van de 629 watermonsters die ontleed werden op de aanwezigheid van atrazine overschreden 58 procent meer dan 10 keer de toegelaten norm. Duidelijk is dat verkeerde handelingen tijdens het vullen van sproeimachines (morsen of lozen van spoelwater) vaak de oorzaak zijn. De watermaatschappijen zijn met de landbouwsector een sensibiliseringscampagne gestart.

Door de overexploitatie van de grondwaterlagen wordt meer en meer overgeschakeld naar het gebruik van oppervlaktewater om uiteindelijk voor drinkwater te zorgen. In West-Vlaanderen is oppervlaktewater in grote hoeveelheden beschikbaar, maar dat is in bepaalde perioden niet bruikbaar door de invloed van huishoudens, industrie en landbouw.

De beide drinkwaterproducenten in het Ijzerbekken -de Stedelijke Waterdienst van Ieper en de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening- moeten in de zomer de inname van oppervlaktewater stoppen wegens een te hoog gehalte aan bestrijdingsmiddelen. Atrazine is het meest voorkomende product. Dit is een onkruidbestrijder die gebruikt wordt in de maïsteelt.

Het Ijzerbekkencomité richtte hierom een werkgroep op waarin vertegenwoordigers van de drinkwatermaatschappijen, diverse overheidsinstanties, landbouw en de producenten van de herbiciden zetelen. Een meetcampagne werd opgestart waarvan de resultaten dinsdag werden bekendgemaakt.

De monstens werden genomen van mei tot september 2001. Van de 629 monsters overschreden 58 procent meer dan 10 keer de toegelaten norm. De atrazinewaarden in de kleine waterlopen is een gevolg van zogenaamde puntlozingen aan plaatsen waar de landbouwers hun sproeistof innemen.

Morsen, spoelen of lozen van de rest van de herbicide aan die punten, die vaak verhard zijn waardoor de herbicide vlug afloopt naar een kleine waterloop, zijn meestal de oorzaak. Ook gebruik van herbicide door particulieren op een verhard oppervlak kan voor de verspreiding zorgen. Het rechtstreeks gebruik van atrazine in de teelt zelf zorgt voor weinig problemen.

De werkgroep zal dit jaar het aantal informatieborden aan de tapplaatsen uitbreiden en meer sensibilisatie voeren op andere vlakken. Men wil de landbouwer en de particulier aansporen tot voorzichter gebruik van atrazine en eventueel aansporen om alternatieven te gebruiken. Minister Dua heeft een werkingskrediet van 75.000 euro ter beschikking gesteld voor de campagne. Het invoeren van speciale tapplaatsen zoals in Langemark en Poperinge is financieel niet haalbaar.