Schadelijke gevolgen dioxinecrisis allicht miniem
nieuwsIn januari 1999 kwamen via vervuild vet 50 kilogram PCB's en 1 gram dioxine in de voedselketen terecht, 2 procent via kippenkwekerijen, 1,5 procent via varkensbedrijven. De consumenten werden er van februari tot mei aan blootgesteld. Deskundigen vreesden op termijn een sterke toename van het aantal kankers. Daarom gaf toenmalig minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet kort na de crisis het WIV de opdracht de impact ervan op de volksgezondheid te onderzoeken. Toch zijn pas nu de eerste resultaten bekend, volgens het WIV wegens gebrek aan middelen. Maar de bevindingen zijn bemoedigdend.
Het WIV analyseerde 232 bloedstalen uit 1998, afkomstig uit de voorraad van het Rode Kruis. De onderzoekers vroegen de donoren in 2000 opnieuw om een bloedstaal. Ze stelden vast dat een jaar na de dioxinecrisis slechts twee 'congeneren' -moleculen van de stof dioxine- in licht verhoogde mate voorkwamen in het bloed van de onderzochte groep. "Wanneer we ze vergelijken met bloedstalen uit de jaren '80 zien we zelfs geen toename van het dioxinegehalte", zegt onderzoekster Noemi Debacker.
"We kunnen dus nagenoeg met zekerheid zeggen dat de gevolgen van de dioxinecrisis voor de volksgezondheid zo goed als onbestaande zullen zijn. De periode van de blootstelling was te kort en hoewel dioxine in lage gehaltes zeer schadelijk kan zijn, blijkt de impact toch beperkt gebleven", gaat ze verder.
Het onderzoek is evenwel nog niet volledig afgerond. De bloedstalen moeten nog geanalyseerd worden op de aanwezigheid van PCB's, die in 1999 in veel grotere mate in de voedselketen terecht kwamen. "Maar PCB's zijn veel minder schadelijk. In tegenstelling tot dioxines kunnen ze geen kanker veroorzaken", aldus nog Debacker.
Onderzoekster Nathalie Van Wouwe geeft toe dat het WIV het moest stellen met de bloedstalenvoorraad van het Rode Kruis en dus zelf moeilijk een representatieve groep kon samenstellen. Zo was 71 procent van de donoren afkomstig uit Wallonië. "Maar er is wel degelijk rekening gehouden met factoren als leefomgeving of voedingsgewoonten", zegt ze. "En gezien de besmette producten destijds in heel België zijn terecht gekomen, kunnen we ons onderzoek toch vrij betrouwbaar noemen".
Bron: Belga