Premier De Croo: “Steunmaatregelen worden in september losgelaten”
Eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) heeft op uitnodiging van Boerenbond een bezoek gebracht aan aardbeienteler Raf Quirijnen uit Loenhout. Hij kreeg een rondleiding in het state-of-the-art bedrijf dat bijna het jaar rond kwalitatieve aardbeien verkoopt via de Coöperatie Hoogstraten. “De telers werden tijdens corona op de proef gesteld”, aldus De Croo. De federale regering sprong daarom bij met broodnodige steunmaatregelen die onder meer de tewerkstelling verzekerden. “Die lopen eind september af en we zullen dan bekijken of ze moeten verlengd worden. Maar we gaan ervan uit dat we dankzij de vaccinatie tegen dan kunnen terugkeren naar een normale wereld.”
De keuze voor het werkbezoek van de eerste minister viel niet toevallig op het bedrijf van Raf Quirijnen. De aardbeienteler uit Loenhout, deelgemeente van Wuustwezel, startte 17 jaar geleden en bouwde sindsdien zijn bedrijf stelselmatig. Hij teelt aardbeien in zes hectare serres van eind februari tot nieuwjaar en maakt daarbij gebruik van de nieuwste technieken. Naast een warmtekrachtkoppeling (WKK) zet het bedrijf bijvoorbeeld sterk in op waterberging en -recuperatie. Ook IPM, of geïntegreerde gewasbescherming, krijgt veel aandacht met onder meer een gloednieuwe UV-robot, die ieder moment kan geleverd worden, tegen de witziekte. Hiermee kan hij het aantal bestrijdingsmiddelen jaar na jaar sterk terugbrengen.
Voor Vlaanderen is de aardbeienteelt een belangrijke sector. Zo wordt maar liefst 90 procent van alle Belgische aardbeien in Vlaanderen geteeld. Ondanks de coronacrisis was 2020 een recordjaar, met een productie van 48.433 ton aardbeien, goed voor een omzet van 192 miljoen euro.
Het succes heeft de aardbeiensector mede te danken aan de kennis van het teelttechnische aspect die in Vlaanderen aanwezig is. Boerenbondvoorzitter Sonja De Becker wijst op het belang van de praktijkcentra, die uniek zijn voor ons land. “Die centra staan tussen de teler en de grote wetenschappelijke instellingen en voeren toegepast praktijkonderzoek uit op vraag van de telers zelf”, legt ze uit. “Hierdoor zijn de zaken altijd meteen toepasbaar op de individuele bedrijven. Dat geeft ons een mooie voorsprong op andere landen.”
Ook premier De Croo was onder de indruk van het aardbeienbedrijf. “Hier combineren ze technologie, denk aan de WKK en natuurlijke ziektebestrijding, met manueel werk. Dat is volgens mij de toekomst. Technologie mag dan wel een evidentie zijn voor velen, maar degene die de technologie het best combineert met het menselijke aspect, zal er zijn voordeel uit halen.”
Coronaschade beperken
Hoewel de sector blaakt van ondernemerschap, had die toch zijn aandeel in de corona-uitdagingen. “De crisis kwam heel snel op ons af en we hadden wel wat schrik”, vertelt Quirijnen, die zijn aardbeien afzet via de coöperatie Hoogstraten. “We werken met dagverse producten die altijd moeten geoogst worden. Maar de federale overheid en Boerenbond hebben heel kort op de bal gespeeld en meteen een reeks maatregelen genomen die ons goed geholpen hebben.”
Daarmee doelt de teler op de erkenning als essentiële sector, de verlenging van de plukkaart en de mogelijkheid om tijdelijke werklozen, studenten en asielzoekers in te schakelen voor de oogst. Al heeft Quirijnen die laatste optie zelf niet moeten gebruiken. “Onze oogst start al in februari, dus onze seizoenarbeiders waren al ter plekke toen het land in maart in lockdown ging. Maar dankzij de verdubbeling van de plukkaarten, konden ze hier 130 dagen blijven. Dat was voor ons wel een goede oplossing.”
Quirijnen werkt jaarlijks met een 100-tal plukkers die uitsluitend uit Roemenië komen. “Er kwam heel wat bij kijken om het werk coronaveilig te maken, maar ook daar hebben we van Boerenbond veel ondersteuning en advies gekregen om alles goed uitgelegd te krijgen.” Verder werkt de teler nog met drie reguliere arbeiders, die de mogelijkheid kregen om 100 uren extra te werken. “Eén van hen spreekt bovendien vloeiend Roemeens en kan de ploeg seizoenarbeiders dus mee aansturen”, zegt hij.
Het vinden van voldoende helpende handen was van cruciaal belang voor een arbeidsintensieve tak als de aardbeiteelt. “We appreciëren ten zeerste de diverse maatregelen die de federale regering trof om de tewerkstelling in de sector te garanderen”, geeft De Becker nog mee.
Bij het afronden van het twee uur durende bedrijfsbezoek benadrukte De Croo nog dat onze land- en tuinbouwers tot de wereldtop behoren. “Ze maken producten waar we fier op zijn. We zijn een land met weinig plaats, met vaak zeer strenge regels en waar arbeid ook relatief duur is. Als je er in die omstandigheden in slaagt om wereldtop te zijn, is dat veelzeggend. De constante zoektocht naar beter doen, is kenmerkend voor onze land- en tuinbouw. Dat moeten we blijven behouden. De drang om beter te doen, dat is de essentie.”
Bron: Eigen verslaggeving
