Peeters voorzichtig tevreden met resultaat Visserijraad
nieuwsTijdens de Europese Raad van visserijministers is het Deense voorzitterschap ingegaan op de vraag van onder meer Vlaanderen om het verplicht karakter van overdraagbare visserijconcessies te schrappen. Dat sommige beleidsinitiatieven toevertrouwd worden aan de lidstaten, stemt minister-president Kris Peeters tevreden. Het voor Vlaanderen lastige teruggooiverbod wordt gefaseerd in de tijd ingevoerd.
Het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) legt de Europese regelgeving vast voor de visserij en wordt om de tien jaar hervormd. Op de Visserijraad van 12 juni hebben de Europese ministers bevoegd voor Visserij onder Deens Voorzitterschap een algemene aanpak geformuleerd voor de markt- en de basisverordening. Formeel kan de Raad pas een standpunt innemen, nadat het Europese Parlement hierover in de plenaire vergadering heeft gestemd.
Vlaams minister-president Kris Peeters onderschrijft volledig de algemene principes van het visserijbeleid. "De doelstelling moet zijn te evolueren naar een sector die duurzaam is in al zijn aspecten. Vlaanderen is akkoord om - waar mogelijk - te evolueren naar een maximale duurzame opbrengst tegen 2015, en ten allerlaatste tegen 2020 voor alle bestanden", aldus Peeters. Hij wijst erop dat die normen voor bijvoorbeeld schol in de Noordzee en tong en kabeljauw in de Keltische zee nu al gehaald worden.
Peeters is tevreden dat het verplicht karakter voor het invoeren van overdraagbare visserijconcessies geschrapt is. Dit instrument was bedoeld om de visserijcapaciteit in te krimpen. "Vlaanderen heeft in het verleden via sloopacties reeds grote inspanningen gedaan om de visserijcapaciteit in overeenstemming te brengen met de vangstmogelijkheden, en heeft dus geen behoefte aan dit nieuw systeem", meent Peeters. Vlaanderen kan nu het huidige collectief quotabeheerssysteem behouden.
Ook met de aangepaste voorstellen voor regionalisering is de minister-president tevreden. Op deze manier wordt het nemen van sommige beleidsinitiatieven gedecentraliseerd. "Er kan dus beter ingespeeld worden op specifieke situaties in de diverse visserijgebieden en de stakeholders worden nauwer betrokken", verduidelijkt Peeters. Wel dienen er nog spelregels uitgewerkt voor deze vernieuwde aanpak.
Gelet op de gemengde visserij in Vlaanderen was de verplichting om alle gevangen vis aan te landen het grootste knelpunt. Het uitgangspunt is dat teruggooi absoluut vermeden en voorkomen moet worden, en dat er maximaal ingezet moet worden op selectieve visvangst.
De Raad besloot uiteindelijk om het teruggooiverbod gefaseerd in de tijd en voor bepaalde soorten principieel goed te keuren vanaf 2015. Op die manier krijgen de vissers de tijd om zich aan te passen. "Ook hier geeft de Vlaamse visserij het goede voorbeeld", benadrukt Peeters, "want recent formuleerde de Rederscentrale zelf het voorstel om de mazen in de rugzijde op te trekken van 180 mm tot 300 mm."
Vlaanderen steunt ook het nieuwe voorstel voor de gemeenschappelijke marktordening. Vooral het hoofdstuk over consumenteninformatie zal ervoor zorgen dat consumenten duurzamere keuzes kunnen maken bij hun aankopen. Zo wordt het licht op groen gezet voor de ontwikkeling van een Europees duurzaamheidslabel voor vis.
“Ik onderschrijf volledig de uitgezette bakens voor het vernieuwde visserijbeleid”, besluit minister-president Peeters. “Het zal een extra impuls geven aan de verduurzaming. De aanlandingsverplichting wordt voor de Vlaamse vissers een grote uitdaging, maar wij zullen al het mogelijke doen om de vissers te begeleiden bij het implementeren van het aangepaste beleid.” Hij hoopt dat bij de verdere uitwerking blijvend rekening zal worden gehouden met de Vlaamse bezorgdheden.
Beeld: ILVO