Particulieren houden hun kippen nog altijd beter binnen

Sinds begin november werden reeds tien uitbraken van hoog pathogene vogelgriep (H5N8) vastgesteld in de Europese Unie: op drie pluimveebedrijven in Duitsland, vijf in Nederland, op een kalkoenenbedrijf in Italië en op een eendenbedrijf in het Verenigd Koninkrijk. In Canada, in de provincie Brits-Columbia, werden ook tien haarden van het hoog pathogene H5N2 vastgesteld op zeven leghennenbedrijven en drie bedrijven met kalkoenen. Behalve de recente geschiedenis van uitbraken zet het Voedselagentschap ook de veiligheidsmaatregelen op een rij die in ons land van kracht zijn. Daarbij maakt ze duidelijk wat er van professionelen en particulieren verwacht wordt.

Als reactie op de opeenvolging van uitbraken van hoog pathogene vogelgriep heeft het Voedselagentschap de preventieve maatregelen versterkt en een periode van verhoogd risico afgekondigd. Het FAVV maakt een duidelijk onderscheid tussen de verwachtingen aan het adres van professionele pluimveehouders en hobbyhouders. Professionelen moeten hun kippen ophokken of zodanig afschermen dat contact met wilde vogels vermeden wordt. Voor hobbyhouders geldt geen ophokplicht maar wordt dit wel sterk aangeraden door het FAVV.

Voor zowel professionelen als hobbyisten geldt dat het voederen en drenken van pluimvee binnen moet gebeuren of zodanig dat contact met wilde vogels onmogelijk is. Het drinkwater mag geen oppervlakte- of regenwater zijn waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water behandeld werd om eventueel aanwezige virussen te doden. Tot slot is de overheid ook op haar hoede voor het samenbrengen van kippen op prijskampen en dergelijke. In regel zijn verzamelingen van pluimvee, andere dan markten, verboden. Particuliere tentoonstellingen en prijskampen ontsnappen aan het verbod op voorwaarde dat de dieren niet van eigenaar wisselen en tien dagen lang afgeschermd zaten van wilde vogels.