"Optimale inenting damt verspreiding vogelgriep in"
nieuwsTot hiertoe werd nauwelijks onderzocht in welke mate ingeënte dieren de virussen verder afscheiden en dus besmettelijk blijven, schrijft het team van Jeanet van der Goot van het Centraal Instituut voor Dierziekte Controle (CIDC) in Lelystad in PNAS, het tijdschrift van de Amerikaanse Academie voor Wetenschappen.
De twee commercieel beschikbare vaccins H7N1 en H7N3 werken effectief tegen verdere verspreiding, en het H7N1-vaccin doet dat het best. De wetenschappers besmetten kippen met het virus en sloten ze samen op met niet-besmette dieren. Het overdrachtpercentage daalde gevoelig door inenting. Twee weken na inenting blokkeren de vaccins elke overdracht van het virus en beschermen ze zelfs de niet-gevaccineerde dieren.
Guus Koch, projectleider Aviaire Influenza bij het CIDC, waarschuwt voor overdreven optimisme. "Je moet vooral optimaal vaccineren. In het laboratorium lukt dat, maar in het veld spelen er naast de kwaliteit van de vaccins veel meer factoren en moet je opletten niet suboptimaal te gaan inenten. Het geneest, maar de verspreiding gaat door. Ik zou dus niet zomaar stellen dat dit nieuws een opsteker is voor China dat zijn 14 miljard stuks pluimvee wil inenten".
De hamvraag is niet of vaccinatie bruikbaar is in de strijd tegen de volgelgriep, vindt Koch, wel of er in een netwerk 'biosecurity' is, waarvan inenting maar een onderdeel is. "Er kan zoveel misgaan. De gezondheidswerkers kunnen verkeerd inenten, er kan er eentje zelf boerderij na boerderij besmetten met de uitwerpselen van besmette dieren, enzovoort. Je hebt een totaalpakket maatregelen en controles nodig."
Bron: De Tijd</i>