“Opbrengst per hectare dit jaar doorslaggevend voor de aardappelproductie”
Hoewel het aardappelareaal dit jaar behoorlijk is afgenomen, zou de opbrengst wel eens hoger kunnen uitpakken. “De opbrengst per hectare zal doorslaggevend zijn”, aldus North-Western European Potato Growers (NEPG). De groepering van aardappeltelerorganisaties in Noordwest-Europa stelt dat een aantal factoren de rentabiliteit ook dit jaar kunnen bedreigen. NEPG constateert bovendien dat gerealiseerde prijzen dit voorjaar hoger lagen dan de adviesprijzen van Belgapom.
Vorige maand berichtte VILT al dat het aardappelareaal in Vlaanderen voor het eerst in jaren gedaald was. In navolging op het rampzalig verlopen coronajaar werd 6,5 procent minder aardappelen gepoot. In heel België ligt deze daling zelfs op 8,5 procent, terwijl er in buurlanden iets minder heftig gereageerd werd. Zo bedraagt de daling in Duitsland 3,5 procent, doen de Franse telers het met 3 procent minder en ligt Nederland op -6,5 procent. Dit blijkt uit cijfers van de NEPG.
Ondanks de daling van het areaal zou de productie wel eens hoger uit kunnen pakken, stelt de organisatie. “Door de regenval staat de oogst er behoorlijk goed bij, al is het nog afwachten op de verdere weersontwikkelingen”, legt NEPG-secretaris Daniel Ryckmans uit.
Hogere ziektedruk en oplopende productiekosten
François Huyghe van Boerenbond beaamt dat de knolzetting dit jaar erg goed is, maar dat de ziektedruk is toegenomen door de temperatuurschommelingen. Door de gestegen ziektedruk en de regenval zijn telers genoodzaakt hun aardappelen intensiever te behandelen terwijl de kostprijs voor gewasbeschermingsmiddelen behoorlijk is toegenomen. “De prijzen voor bestrijdingsmiddelen, energie en meststoffen zijn enorm de lucht in geschoten”, laat NEPG weten. “Vloeibare stikstof is zelfs op enkele maanden tijd verdubbeld in prijs.”
De prijzen voor bestrijdingsmiddelen, energie en meststoffen zijn enorm gestegen. Vloeibare stikstof is zelfs verdubbeld in prijs op enkele maanden tijd
Tegenover de hogere kostprijs zou een stijging van de productie ook lagere aardappelprijzen met zich mee kunnen brengen. Een groot gedeelte van de aardappelen (70% in Vlaanderen) is begin dit jaar in contracten vastgelegd en verkocht, waardoor er zo’n dertig procent overschiet voor de vrije markt. “Hoe meer productie en hoe hoger het aanbod op de vrije markt, hoe lager de prijs kan uitvallen”, aldus Ryckmans.
De secretaris van de NEPG benadrukt dat ook de coronacrisis nog als een zwaard van Damocles boven de sector hangt, alhoewel de situatie de goede kant op ontwikkelt. “Maar er zouden altijd nog beperkende maatregelen ingesteld kunnen worden waardoor de vraag naar bevroren frieten en andere aardappelproducten daalt.”
Op de vrije markt maakt de landbouwer normaal gezien zijn beste marges, terwijl de contractteelt vaak niet meer dan kostendekkend is. Vorig jaar viel de prijs op de vrije markt sterk terug en zakte de prijs onder de vier euro (PCA/Fiwap notering). Momenteel ligt hij op de 11 euro, nog steeds maar een fractie van de prijs in 2018 toen een ton aardappelen bijna 30 euro opleverde.
Hogere prijzen betaald dan Belgapomnotering
De leden van NEPG constateerden overigens dat de aardappelen de laatste maanden meer opbrengen dan de adviesprijzen van Belgapom, een gemiddelde van de prijzen die door handelaren en verwerkende industrie worden betaald. De Belgapomnotering is de meest gehanteerde prijs voor aardappelen die verwerkt worden tot diepgevroren aardappelproducten. “Telers wilden de aardappelen niet kwijt aan de Belgapomprijzen, waardoor sommige handelaren genoodzaakt waren hogere prijzen te betalen”, verklaart Ryckmans die dergelijke signalen van meerdere telersorganisaties ontving.
Volgens Huyghe is dit eerder een uitzondering. “De Belgapomprijzen geven normaal gezien een goed beeld van de marktsituatie. Volgens de boerenbondsmedewerker verschillen de Belgapomnoteringen niet veel van die van het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA). "De PCA-prijs komt tot stand op basis van bevraging bij de telers. Anders dan bij Belgapom geeft PCA de prijs aan in een vork met een minimumprijs en een maximumprijs voor die bepaalde week. “Beide noteringen zijn uiterst gelijklopend en weerspiegelen de marktsituatie”, besluit hij.
Bron: Eigen verslaggeving
