OESO maakt reclame voor WTO-akkoord
nieuwsIn de laatste week van juni houdt de Wereldhandelsorganisatie WTO topoverleg met de sleutelspelers over de sleuteldossiers. Europa moet dan toegeven inzake de verlaging van de invoerheffingen op landbouwproducten, de VS moeten hun landbouwsubsidies beduidend verminderen, de opkomende economieën (Brazilië, India) moeten hun invoerheffingen op industriële goederen verlagen.
Als de vergadering eind juni iets oplevert, kan het totale Doha-pakket eind juli afgerond worden. Op 27 en 28 juli is nu reeds een WTO-ministerconferentie gepland. Of die vergadering een formaliteit dan wel een historische gebeurtenis wordt, valt af te wachten. De experten van de OESO duimen alvast voor de laatste optie. Als de onderhandelingen over liberalisering in de landbouw slagen, winnen zowel de landen die veel steun geven aan hun boeren, als de landen met een efficiënte landbouw.
De landen die nu veel steun geven, moeten minder subsidies betalen en kunnen beschikken over goedkopere voeding. De landen die nu een efficiënte landbouw hebben (Australië, Brazilië, ..), winnen markttoegang. Enkele arme ontwikkelingslanden zouden de dupe zijn, omdat zij nog bescherming nodig hebben. De OESO-experten hebben uitgerekend dat de landbouwers in de OESO-zone gemiddeld 30 procent van hun inkomen uit overheidsbescherming halen. Voor de Uruguay-ronde was dat nog 37 procent. Europese boeren halen momenteel 34 procent van hun inkomen uit overheidsbescherming, Amerikaanse 17 procent, Noorse, Zwitserse en Japanse meer dan 60 procent.
Het OESO-rapport is in de eerste plaats bedoeld om beleidsmakers te helpen bij het nemen van ondersteunende maatregelen bij een eventuele liberalisering.
Bron: Belga