Noodvaccin tegen EHD krijgt toelating in België
nieuwsSinds 8 oktober 2024 is een noodvaccin voor rundvee tegen het epizoötische hemorragische ziektevirus (EHD) toegelaten voor gebruik in België. Dat meldt het geneesmiddelenagentschap FAGG. Deze virale ziekte, die voornamelijk runderen en herten treft, wordt verspreid door muggen en veroorzaakt symptomen die lijken op blauwtong.
Op dit moment is de ziekte nog niet gesignaleerd in ons land, al zou ze wel al tot op 325 kilometer van onze landsgrenzen genaderd zijn.
EHD is vanuit Afrika naar Zuid-Europa overgewaaid en bereikte enkele jaren geleden Frankrijk. Onze zuiderburen hebben recent een nieuw vaccin tegen het virus goedgekeurd en twee miljoen doses besteld om zo een deel van de rundveestapel te beschermen. Het doel hiervan is groepsimmuniteit te bereiken en de verspreiding van de ziekte te vertragen.
Vaccinatie van herkauwers is de enige effectieve manier om EHD te voorkomen. Sinds 8 oktober 2024 is daarom een vaccin tegen EHD (epizootic haemorrhagic disease) toegelaten voor gebruik in noodgevallen in België bij rundvee. Vanaf november 2024 zal het Hepizovac-vaccin beschikbaar zijn voor Belgische landbouwers, die op die manier over een doeltreffend middel zullen beschikken om de immuniteit voor hun kuddes te verzekeren en te vermijden dat ze hun dieren verliezen en economische schade lijden.
EHD is een virale ziekte die niet overdraagbaar is. Het virus wordt overgedragen door de beet van knutten, een kleine muggensoort en treft vooral runderen en herten. De symptomen lijken op die van blauwtong, zoals lusteloosheid, erosies van de mondholte en snuit die afscheiding veroorzaken, ademhalingsproblemen en verminderde melkproductie. De ziekte kan in een aantal gevallen of bij bepaalde diersoorten dodelijk zijn.
Nodige voorzichtigheid
FAGG wijst erop dat het gebruik van het vaccin bij andere soorten gedomesticeerde of wilde herkauwers die vatbaar zijn voor het virus, zoals herten, met de nodige voorzichtigheid moet gebeuren. “Er wordt aanbevolen om het vaccin te testen bij een klein aantal dieren. De mate van werkzaamheid bij andere diersoorten kan verschillen van die bij runderen”, klinkt het. Dierenartsen kunnen deze dieren op eigen verantwoordelijkheid behandelen.
