Niet-kerende bewerking is populairste erosiemaatregel

De niet-kerende bewerking van akkers en de aanleg van grasstroken vormen de meest populaire maatregelen van landbouwers om erosie tegen te gaan. Dat blijkt uit de evaluatie van het Interreg-project door de Limburgse gedeputeerde van landbouw Marc Vandeput (CD&V). Van de landbouwers die deelnamen aan het project in Zuid-Limburg en het arrondissement Leuven, koos maar liefst 76 procent voor een niet-kerende bewerking van hun akkers.

Aan het Interreg-project rond erosiebestrijding nemen in totaal 38 landbouwers deel. Zij sloten sinds 2003 een overeenkomst af met het Limburgse provinciebestuur als projectverantwoordelijke, waarin ze vastlegden welke maatregelen ze zouden uitvoeren.

Uit de evaluatie van Vandeput blijkt onder meer dat de deelnemende landbouwers in totaal meer dan 100 maatregelen op 78 percelen met een totale oppervlakte van meer dan 3.000 hectare uitvoeren. De populairste maatregel blijkt niet-kerende bewerking en de aanleg van grasstroken te zijn. In de nieuwe beheersovereenkomsten met betrekking tot erosiebestrijding kunnen landbouwers aanspraak maken op een financiële stimulans voor deze maatregelen, zo zegt Vandeput.

Niet-kerende bewerking betekent dat de landbouwer zijn akker bewerkt zonder de bodem te keren. Dit blijkt volgens de gedeputeerde een effectieve maatregel in de strijd tegen bodemerosie. Bij niet-kerende bewerking blijven de opbrengsten ongeveer constant en kan de erosie met gemiddeld 40 procent gereduceerd worden, zo zegt hij.

Ongeveer de helft van de deelnemende landbouwers opteerde voor de aanleg van grasstroken. Die vangen het reeds geërodeerde bodemmateriaal op, waardoor dat niet meer in waterlopen of woonkernen kan terecht komen.

Een recente studie van de Katholieke Universiteit Leuven (KUL) wees uit dat er jaarlijks naar schatting 1,5 miljoen ton vruchtbare Vlaamse landbouwgrond wegspoelt door bodemerosie. Daarvan komt bijna 300.000 ton na hevige regenbuien terecht in rivieren en beken, terwijl de rest op straten en in riolen belandt.

Behalve modderoverlast leidt dit ook tot het dichtslibben van rivieren en in sommige gevallen tot overstromingen. Bovendien daalt de waterkwaliteit van de rivieren door de aanwezigheid van bemesting. De jaarlijkse kost verbonden aan de schade van gewassen, het schoonmaken van straten en riolen en het uitbaggeren van rivieren, wordt geraamd op 60 tot 90 miljoen euro.