Nederlandse landbouw geraakt niet meer alle mest kwijt

Nederlandse veehouders hadden in 2010 meer moeite om het mestoverschot van hun bedrijf af te zetten dan in de jaren daarvoor. Voor 6 tot 11 miljoen kilo fosfaat van de ongeveer 180 miljoen kilo fosfaat die werd geproduceerd, was geen afzet mogelijk. Het Landbouweconomisch Instituut (LEI) verwacht dat er ook in 2011 een fosfaatoverschot is, dat aan het eind van dit jaar zal zijn opgelopen tot 12 à 22 miljoen kilo.

In 2010 werd 89 miljoen kilo fosfaat aangeboden op de mestmarkt. Bijna alle geregistreerde fosfaat (93%) die aangeboden wordt op de mestmarkt komt van intensieve veebedrijven, de rest is onder andere afkomstig van hobbybedrijven. In 2010 werd circa 40 procent van de mest ook weer in de Nederlandse landbouw afgezet. Ongeveer 30 procent van de afgevoerde mest werd geëxporteerd en 20 procent is vergist of verwerkt.

Volgens de berekeningen wordt nu 18 procent meer fosfaat aangeboden dan in 2006. Volgens de onderzoekers is het niet mogelijk om in de komende jaren het overschot binnen de landbouw af te zetten. Export kan een oplossing zijn, die op korte termijn respijt biedt. Verwerking van dierlijke mest tot andere producten zou -net als een vermindering van de hoeveelheid fosfaat in het voeder - ook een bijdrage op langere termijn kunnen leveren.

Meer info: Synthese monitoring mestmarkt 2006-2010