Nederlandse GLB-premies onverwacht verlaagd. Wat met Vlaanderen?

De voorlopige tarieven van subsidies uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) zijn in Nederland een stuk lager uitgevallen dan verwacht. Volgens de regering dreigt er door het grote aantal deelnemers een overschrijding van het budget. Dat schrijft landbouwnieuwssite Nieuwe Oogst. Het voorlopige tarief per hectare voor de basispremie 2023 is 207 euro. Bij de eerste 40 hectare komt daar 54 euro bij. 

Om jonge boeren te steunen, geldt er voor hen een extra vaste betaling die niet per hectare geldt. Dat tarief is voor 2023 vastgesteld op 2.500 euro. Maar dit lijkt voor velen slechts een doekje voor het bloeden. NAJK, de Nederlandse organisatie van jonge boeren, noemt de verlaagde tarieven een mes in de rug. “Dit is onacceptabel en voedt het wantrouwen in de overheid”, zegt de organisatie aan Nieuwe Oogst. 

Nederlands landbouwminister Piet Adema reageert via X op de kritische reacties. “Dat de uiteindelijke tarieven lager uitvallen dan we aanvankelijk verwachtten, betreur ik. Door de grote animo voor de GLB-subsidies is het vaste budget overschreden. Ik zet me maximaal in om dit te beperken en voer onder meer gesprekken hierover met de Europese Commissie.” 

Maar hoe zit het in Vlaanderen? Ook hier kennen basisinkomenssteun voor duurzaamheid, met drie procent aanvullende steun voor jonge landbouwers. Vroeger werd deze berekend op basis van de productie, maar vandaag werkt ook België met een vergoeding per hectare. Volgen het kabinet van landbouwminister Brouns zullen we geen Nederlandse taferelen in Vlaanderen zien. "Wij gaan ervoor zorgen dat elk aangegaan engagement zoals vooropgesteld ook een vergoeding zal krijgen”, aldus de woordvoerder van Brouns, Bram Bombeek.