Minder overbevissing in Middellandse en Zwarte Zee, maar nog steeds potentieel voor verbetering
De overbevissing in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee is de afgelopen tien jaar sterk afgenomen. Toch is 73 procent van de verhandelde vissoorten nog steeds het gevolg van overbevissing, waarmee het doel van duurzame visserij nog altijd ver weg is. Dat blijkt uit een rapport van de Verenigde Naties.
In het gebied rond de beide zeeën is één op de 1.000 mensen visser. Een beter beheer van de visbestanden is er van vitaal belang, zowel voor de plaatselijke economie als voor het behoud van de biodiversiteit, aldus het verslag van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) van de Verenigde Naties.
Hoewel de druk enigszins afneemt, met name voor soorten waarvoor multilaterale beheersplannen gelden, wordt 73 procent van de commerciële soorten nog steeds overbevist en is de visserijdruk nog steeds het dubbele van wat als duurzaam wordt beschouwd, aldus het verslag. Als bemoedigend teken stelt de GFCM vast dat "de overbevissing van Europese heek in de Middellandse Zee, tarbot in de Zwarte Zee en tong in de Adriatische Zee aanzienlijk is afgenomen".
In haar vorige verslag schatte de GFCM de overbevissing op 75 procent van de commerciële soorten in 2018 en 88 procent in 2012. De visserijsector in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee genereert een jaarlijkse vangstproductie van 1.189.200 ton (exclusief tonijnsoorten), met een geraamde opbrengst van 2,9 miljard dollar.
Bron: Belga
