nieuws

Milieudruk van landbouw is het hoogst in IJzerbekken

nieuws
De mate waarin landbouw in een bekken voorkomt, is één van de sturende krachten voor de waterkwaliteit en -kwantiteit. De Vlaamse landbouwadministratie berekende 19 landbouwindicatoren op bekkenniveau. Die kunnen dienen als beleidsinstrument of ter voorbereiding van de tweede generatie waterbeheerplannen.
15 juni 2012  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:18

De mate waarin landbouw in een bekken voorkomt, is één van de sturende krachten voor de waterkwaliteit en -kwantiteit. De Vlaamse landbouwadministratie berekende 19 landbouwindicatoren op bekkenniveau. Die kunnen dienen als beleidsinstrument of ter voorbereiding van de tweede generatie waterbeheerplannen.

Water is zeer belangrijk voor de landbouw. Het is nodig voor de groei van de gewassen, als drinkwater voor de dieren en voor de reiniging van de stallen of melkmachines. Anderzijds zorgen landbouwactiviteiten ook voor druk op de kwaliteit en kwantiteit van het water. Het staat daarin niet alleen want ook andere maatschappelijke activiteiten zijn drijvende krachten die verantwoordelijk zijn voor de toestand en evolutie van het milieu.

Een nieuwe studie van de Afdeling Monitoring en Studie (AMS) van het Departement Landbouw en Visserij wijst uit dat het IJzer- en het Maasbekken de hoogste waarden scoren op vlak van het aantal bedrijven en de gemiddelde veebezetting. Het Dijlebekken scoort het laagst op het aantal bedrijven, het landbouwgebruiksareaal en de gemiddelde veebezetting.

De drukfactoren zijn de vertaling van de landbouwactiviteit naar de wijze waarop ze ingrijpen op het milieu. Ze hebben betrekking op emissies naar water en bodem, gebruik van energiebronnen en grondstoffen. AMS berekende volgende drukfactoren: het waterverbruik, het kunstmestgebruik, het gebruik van dierlijke mest, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de bodembalans.

Op vlak van drukfactoren scoort het IJzerbekken op bijna alle indicatoren hoog. Op vlak van waterverbruik scoren Beneden-Schelde en Maasbekken hoog door de beschutte tuinbouw (bv. aardbeien), op vlak van gewasbeschermingsmiddelen is dat vooral het Demerbekken (fruitteelt). Het Dijlebekken en het bekken van de Boven-Schelde scoren hoog op vlak van stikstofhoudende kunstmest, het Leie- en Demerbekken wat betreft fosfaathoudende kunstmest. Voor dierlijke mest scoren alle bekkens, behalve het Dijle- en Demerbekken hoog.

Over de toestand van de watersystemen en de impact van de milieukwaliteit op mens, natuur en economie zijn in het rapport geen indicatoren opgenomen. Die indicatoren zijn immers beschreven in het milieurapport van de Vlaamse Milieumaatschappij.

Door het inzetten van specifieke landbouwbeleidsinstrumenten zoals agromilieumaatregelen en investeringssteun voor milieuvriendelijke investeringen kan de overheid een invloed uitoefenen op de milieudruk van landbouw. In het bekken van Dijle, Demer en Gentse Kanalen zijn relatief veel agromilieumaatregelen afgesloten. De belangrijkste maatregelen zijn de beheerovereenkomst water, de erosiebestrijdingsmaatregelen en de verwarringstechniek voor pitfruit.

In Vlaanderen zijn bovendien gemiddeld 3,7 procent van de waterlopen gebufferd door perceelsranden. Hier scoren het IJzerbekken en het bekken van de Brugse Polders het beste. Erosiestroken komen het vaakst voor in het Demerbekken. De meeste milieu-investeringen (2007-2011) met VLIF-steun vonden plaats in het IJzer- en Maasbekken. Ook derogatie kan gezien worden als een responsindicator. De meeste derogatie-aanvragen gebeuren in het Nete- en Maasbekken.

Meer info: AMS-studie 'Landbouwindicatoren op bekkenniveau'

Bron: AMS-nieuwsflash

Beeld: Landgenoten

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek