Mengvoederbedrijf Hendriks verliest milieuvergunning

De milieu-inspectie stelde bij diverse inspectiebezoeken vast dat de inrichting niet werd uitgebaat volgens de vergunningsvoorwaarden. De productiemachines werden daarom verzegeld. Pas na het verwijderen van de stofophopingen en een grondige reinigingsoperatie binnen het bedrijf, was er niet langer een dreigend gevaar voor mens en leefmilieu en konden de installaties ontzegeld worden.

Structureel leidde deze operatie echter tot weinig veranderingen in het bedrijf. De milieu-inspectie besloot dan maar om bij de bevoegde overheid een verzoek tot opheffing van de milieuvergunning in te dienen.

Dua liet het bedrijf de voorbije maanden met extra aandacht opvolgen. Er werd bekeken of Hendriks de nodige inspanningen leverde voor de veiligheid van mens en leefmilieu. In oktober vorig jaar legde de milieu-inspectie het bedrijf al een dwangmaatregel op. Het gebruik van de laadarm in open lucht werd verboden. Op die manier werd reeds een belangrijke bron van stofontwikkeling weggenomen.

Uit een recent proces-verbaal van de milieu-inspectie (van 11 januari dit jaar) blijken opnieuw een reeks inbreuken op de milieuwetgeving. Zo lag de productieruimte volledig onder het stof en zijn er nog steeds geen explosiedrukontlastingen aangebracht op de silo's die in gebruik zijn. Het onzorgvuldige beheer brengt bovendien risico's met zich mee op verontreinigingen, bijvoorbeeld PCB's, die via het veevoeder terecht zouden kunnen komen in de voedselketen. "Een normale bedrijfsvoering blijkt bij Hendriks dus niet mogelijk", zegt Dua.

Ondanks een reeks maatregelen, blijven er dus nog steeds belangrijke knelpunten bestaan, die de veiligheid van de omwonenden in gevaar brengen en die overmatige hinder met zich meebrengen. Na een grondige evaluatieperiode meent de minister dat het bedrijf voldoende kansen heeft gehad en dat de opheffing van de milieuvergunning gerechtvaardigd is.