"Meer landbouwsubsidies dan geld voor hongerprobleem"

In 2004 waren 852 miljoen mensen zwaar ondervoed en momenteel sterven elke dag minstens 25.000 mensen aan ondervoeding. Jean Ziegler, de speciale VN-gezant voor het recht op voedsel, had zondag op Wereldvoedseldag, net als Morris niet veel woorden nodig om zijn punt duidelijk te maken. "Het recht op voedsel is een mensenrecht, maar vorig jaar hebben opnieuw miljoenen mensen het zonder voldoende voedsel moeten stellen en zijn er opnieuw miljoenen hongerdoden gevallen".

World Food Program-directeur James Morris schetste het probleem met een bevattelijke vergelijking. "Honger en de ziektes die eruit voortvloeien eisen jaarlijks, dagelijks meer levens dan aids, malaria en tuberculose samen". In herhaling vallen Ziegler en Morris dit jaar niet. Het aantal mensen dat chronisch ondervoed is, stijgt voor het eerst in tientallen jaren. "We verliezen terrein", aldus Morris. Als in 2004 zowat 852 miljoen mensen levensbedreigend ondervoed waren, dan is dat een stijging met tien miljoen in vergelijking met het jaar daarvoor.

"Het schokkende nieuws is dat het aantal hongerdoden toeneemt in een wereld die steeds rijker wordt. De wereld is in staat om voedsel te produceren om dagelijks 12 miljard mensen, het dubbele van de wereldbevolking, te voeden. Toch gebeurt dat niet", vertelt Ziegler. Hij en Morris trakteren het Westen daarom op scherpe kritiek: "Rijke landen spenderen wekelijks meer aan subsidies voor hun boeren dan dat ze jaarlijks uitgeven aan hulp voor ondervoede kinderen".

Bovendien wijst VN-gezant Ziegler erop dat "terwijl de VN-landen in 2004 een triljoen dollar aan wapens besteedden, de fondsen voor het World Food Program met 219 miljoen dollar werden ingekrompen". Het Wereldvoedselprogramma heeft daardoor voedselrantsoenen aan vluchtelingen in Oost- en West-Afrika moeten beperken.