Meer dan 1.800 landbouwbedrijven gestopt in jaar tijd
nieuwsVolgens de voorlopige resultaten van de jaarlijkse landbouwtelling in mei 2004 zijn er in België 53.074 landbouwbedrijven actief. Tegenover 2003 daalde hun aantal met 3,4% op nationaal niveau, met een sterkere afname dus in Vlaanderen.
De arbeidskrachten in de landbouw evolueerden gelijklopend in het Vlaams Gewest en in het Waals Gewest. Het aantal boeren daalde met 2,4%, een vermindering die zich meer doorzet bij deeltijdse (-3,1%) dan bij voltijdse landbouwers (-1,8%). Verschillen tussen de mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten zijn er niet.
De oppervlakte cultuurgrond bleef stabiel. De goede klimatologische omstandigheden tijdens de voorbije herfst verklaren de beduidende stijging in de beteelde oppervlakte van wintertarwe (+8,5 procent), spelt (+26,2 procent), wintergerst (+14,0 procent) en triticale met 12,6 procent. Er zijn wel tegengestelde evoluties tussen Vlaanderen en Wallonië: een stijging van 16,9% van wintertarwe in het Vlaams Gewest tegen 4,4% in het Waals Gewest, terwijl dit voor de wintergerst andersom is: +1,2% in Vlaanderen tegen +20,3% in Wallonië.
Er was eveneens een toename van landbouwgrond gepoot met aardappelen (+11,9 procent). Deze evolutie is identiek in het Vlaams Gewest (+14,6%) en het Waals Gewest (+7,4%). Anderzijds verminderde de oppervlakte bestemd voor het telen van groenten in openlucht zowel in het noorden (-8,3 %) als in het zuiden (-4,8 %). De oppervlakte van het geheel van de granen geteeld voor de korrel vertoonde een lichte toename tegenover 2003 (+3,7%).
De nijverheidsgewassen bleven stabiel (-0,5%). De afname van de oppervlakte suikerbieten (-3,1%) werd gecompenseerd door een toename van cichorei (+3,0%), vlas (+1,7%) en vooral van koolzaad (+21,7%). Deze evoluties werden in zowel het Vlaams als het Waals Gewest waargenomen, behalve voor cichorei die in Vlaanderen afnam.
Terwijl de oppervlakte blijvend grasland stabiel bleef (-0,3 %), is er een daling in de oppervlakten voedergewassen (-3,0%). Voorts daalde de oppervlakte braakgrond aanzienlijk als gevolg van de daling van de braakleggingspercentage (-21,3%).
Bij de veeteelt daalde in heel België het runderbestand (-1,2%). Deze evolutie is meer uitgesproken in het Vlaams Gewest (-1,8 %) dan in het Waals Gewest (-0,5%) en ook het aantal rundveehouders nam verder af (-4,5%). Ten opzichte van 1 mei 2003 zijn er nu minder Vlaamse varkens (-2,8%) maar steeg het aantal Waalse (+2,1%). Maar in beide landsdelen is er een vermindering van het aantal varkenshouders met respectievelijk -6,4 % en -4,6 procent. Er kwam meer dan 20 procent pluimvee bij in de bedrijven, vooral door de toename van de vleeskippen (+30,1%). Het gaat hier om een terugkeer naar een normale situatie na de scherpe daling als gevolg van de vogelpest.
De voorlopige resultaten van de landbouwtelling werden dit jaar berekend op basis de aangiften van 29.900 bedrijven. In 2003 vertegenwoordigden deze bedrijven in het Vlaams Gewest 51% van het totaal aantal bedrijven, 51% van de oppervlakte cultuurgrond, 50% van de rundveestapel en 44% van de varkensstapel. In Wallonië vertegenwoordigde deze steekproef 60% van het totaal aantal bedrijven, 60% van de oppervlakte cultuurgrond, 60% van de rundveestapel, 47% van de varkensstapel.
Omwille van de statistische betrouwbaarheid werden de enkele landbouwbedrijven van Brussel toegevoegd aan het Vlaams Gewest.
Bron: Belga
Bron: Belga