“Mais staat er goed bij aan vooravond van de oogst”
Nadat de inzaai door het natte voorjaar ernstige vertraging had opgelopen en er gevreesd werd voor slechte opbrengst, lijkt de schade in de mais mee te vallen. “Het ziet er eigenlijk zeer goed uit", klink het bij het Landbouwcentrum voor Voedergewassen. "We hebben op de juiste momenten het juiste weer gehad waardoor de verloren tijd van de inzaaivertraging gerecupereerd werd”, Daar verwacht men dat op de meeste plaatsen in Vlaanderen volgende week gestart wordt met hakselen.
“De groeiomstandigheden voor het maïs waren dit jaar ideaal. Het was niet te warm, niet te koud en er viel op het juiste moment regen”, zegt Gert Van de Ven van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen verbonden aan Hooibeekhoeve in Geel. Dit verklaart volgens hem waarom de maïs er voor dit moment zo goed voorstaat, ondanks de vertraging bij de inzaai. Normaal gezien zaaien melkveehouders of hun loonwerkers normaal gezien in rond 25 april, dit jaar verschoof het voorjaarswerk door de vele regen naar mei. “Wij zijn op onze proefvelden gestart op 16 mei”, vertelt Van de Ven.
Alhoewel de onderzoeker nog niet over opbrengstdetails (de eerste stalen worden nu genomen) beschikt, verwacht hij zeer behoorlijke opbrengsten over heel Vlaanderen. De verwachtte resultaten zouden volgens Van de Ven in lijn liggen met de prognoses van de Nederlandse veevoederproducent De Heus die op negen locaties in Nederland en Vlaanderen wekelijks het drogestofpercentage van de snijmaïs bepaalt en deze analyses publiceert op de website Kijk op mais. Op de Facebookpagina van het Landbouwcentrum voor Voedergewassen kan eveneens de evolutie van de afrijping in Vlaanderen op acht locaties gevolgd worden.
Volgende week begin de oost
Uit de analyses blijkt dat het drogestofpercentage varieerde van 25 tot 39 procent, afhankelijk van de regio, het ras en de zaaidatum. Het drogestofgehalte, dat het moment van oogst bepaalt, steeg de voorbije week met drie tot vijf procent. “Door het mooie, zomerse week vorige week en begin deze week is het snel gegaan met de afrijping”, beaamt Van de Ven die constateert dat het oogstmoment dichterbij komt. Op sommige percelen wordt mogelijk nu al gehakseld. Ik verwacht dat in het gros van Vlaanderen tussen 20 en 25 september zal begonnen worden met de oogst.”
De onderzoeker benadrukt dat het oogstmoment nauwkeurig getimed moet worden. “Als er te laat geoogst wordt en het drogestofpercentage te hoog ligt waardoor de maïs dus te droog is, kan deze moeilijker aangedrukt worden in de kuil. Daardoor kan de maïs moeilijker bewaard worden. De kuil is dan broeigevoelig. Bovendien zorgt dit ervoor dat de koe het zetmeel minder optimaal kan benutten.”
"Weer was ideaal voor de maïsteelt"
Wim Somers die in Essen een melkveebedrijf runt met 110 melkkoeien, hoopt op een drogestofgehalte van rond de 35 procent uit te komen, hetgeen uitstekend is voor het inkuilen. “Momenteel zijn de vooruitzichten uitstekend”, zegt de melkveehouder die op 26 september start met hakselen.
Waar hij vorig jaar strandde op een opbrengst van minder dan veertig ton per hectare met een drogestofgehalte rond de 39 procent, hoopt hij dit jaar naast een drogestofgehalte van 35 procent een opbrengst van 50 ton per hectare te realiseren. "Het weer was dit jaar ideaal voor de maisteelt", besluit hij tevreden.
Bron: Eigen berichtgeving / Veeteelt