Maatschappelijke aanvaarding prioritair voor Bemefa

De veevoedersector wil wel degelijk inspanningen leveren om op een milieuvriendelijke wijze veilig veevoeder te fabriceren. Maar ze zou bij de Vlaamse en federale overheid graag wat meer gehoor vinden. Zoniet dreigt de sector met nieuwe eisen tot schadevergoeding, bijvoorbeeld voor de schade geleden in de dioxinecrisis. Dat werd donderdagavond gezegd op de algemene vergadering van Bemefa, de federatie van de Belgische mengvoederfabrikanten, in Sint-Martens-Latem.

Een belangrijk onderdeel van de autocontrole die de sector zichzelf oplegt, is het minimaliseren van de risico's voor de consument. "Maar minimaliseren betekent niet 'nulrisico'. Dit kan de mengvoedersector onder geen enkel beding garanderen", zei directeur-generaal Yvan Dejaegher.

Zero-tolerance is nu net wat minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet eist. Haar kabinet houdt volgens Bemefa echter vast "aan een gebrek aan overleg, aan transparantie, aan schriftelijke procedures, aan normeringen, aan officiële analysemethoden en aan erkende laboratoria". Een voorbeeld daarvan is de recente discussie over de maximale residugehalten van bijvoorbeeld sulfonamiden in veevoeder.

"Verder opereren in dit kader van rechtsonzekerheid kan niet langer geduld worden. Met overleg als het enigszins kan maar via de juridische weg als het moet", klonk het. Bemefa heeft alvast juridisch zowat alles rond om aan de overheid een vergoeding te eisen voor de "onnoemelijk grote schade" (het precieze bedrag is nog onbekend) die de sector leed als gevolg van de dioxinecrisis. Voorlopig blijft het nog bij een dreigement.

"Wij blijven voor overleg maar de mengvoedersector is niet van plan zich zonder slag of stoot neer te leggen bij een wanbeleid gestuurd door revanchegevoelens", vulde voorzitter Hubert Vandeputte aan. Die gaf ook nog een sneer aan Vlaams minister van Leefmilieu Vera Dua voor het uitblijven van een reactie op het voorstel van een Milieubeleidsovereenkomst die de sector wil afsluiten.

In die MBO zouden de mengvoederfabrikanten zich ertoe engageren om de mineraleninhoud tussen voeder en mest beter op elkaar af te stemmen, het mineralengehalte in het voeder te verlagen en fors te investeren in het be- en verwerken van mest. Tegen eind 2002 en zeker tegen eind volgend jaar verwacht Bemefa trouwens dat een flink aantal projecten operationeel zullen zijn.

De 160 leden van Bemefa hebben tegen 1 juli allemaal een GMP-erkenning (good manufacturing practices). In totaal zullen tegen dan ook 600 bedrijven GMP-erkend zijn uit de voedermiddelenkolom (fabrikanten van dierlijke grondstoffen en mengvoeders, de voedingsnijverheid, de handel en transportsector verenegigd in het Overlegplatform Voedermiddelen).

Het kwaliteits- en controlesysteem moet de traceerbaarheid verzekeren. Van elke grondstof die in mengvoeder terechtkomt, werd ook een gevarenanalyse opgesteld. Op basis van de risico's die een grondstof inhoudt, wordt bepaald hoeveel monsters er onderzocht moeten worden.