Limburgse boeren hebben 39% van hun grond in eigendom
nieuwsDe 3.000 Limburgse landbouwbedrijven gebruiken samen bijna 90.000 hectare grond, wat overeenkomt met ongeveer 37 procent van de oppervlakte van de provincie. Een derde van de boerderijen heeft een areaal groter dan 30 hectare. Het gemiddelde voor de provincie wordt opgetrokken door de vele akkerbouwbedrijven in Zuid-Limburg en bedraagt 28,7 hectare (25,3 ha in Vlaanderen). Het merendeel van de grond wordt gepacht (60%), 39 procent is eigendom van de boer - wat best veel is - en één procent van het grondgebruik wordt anders geregeld. Het grondgebruik is maar één van de vele aspecten die belicht wordt in een analyserapport van de Limburgse landbouw.
Met de studie ‘De Limburgse land- en tuinbouw in kaart’ levert de dienst Landbouw van de provincie een diepgaande analyse af van de sector. Aangezien grond een ‘trending topic’ is in de landbouw bekijken we hoe het daarmee gesteld is in Limburg. Landbouw is de grootste grondgebruiker in de provincie: 46 procent van de oppervlakte van de provincie is voorbestemd voor land- en tuinbouwbedrijven, 37 procent is effectief in gebruik door de professionele land- en tuinbouw. Het merendeel daarvan, namelijk 83.662 hectare, wordt bewerkt als cultuurgrond. Iets meer dan 6.200 hectare wordt benut voor bedrijfsgebouwen en dergelijke.
Door de jaren heen is de oppervlakte cultuurgrond relatief stabiel gebleven. Over een langere periode (2000-2012) is een dalende trend zichtbaar, van 86.613 naar 83.662 hectare, door het verdwijnen van boerderijen en het herbestemmen van landbouwgronden. Bedrijven werden gemiddeld groter en deze schaalvergroting ging gepaard met specialisatie. Ongeveer de helft van het areaal wordt gebruikt voor de teelt van voedergewassen en grasland ten behoeve van de veehouderij. Akkerbouwers hebben een derde van de oppervlakte in gebruik. Tuinbouw (groente- en fruitteelt) is de derde grootste grondgebruiker.
Niet overal in Limburg is de land- en tuinbouw even sterk aanwezig. Door de mijnindustrie werd de landbouw voor een stuk weggedrukt uit Midden-Limburg. Daardoor zijn er vandaag de dag twee grote landbouwstreken in Limburg: de regio Haspengouw en Voeren ten zuiden van Hasselt en de regio Kempen en Maasland in het noordoosten van de provincie. In het zuiden is er vooral fruitteelt en akkerbouw op vruchtbare leemgronden. Op de zand- en droge zandleemgronden in het noordoosten hebben zich vooral intensieve veebedrijven en groentebedrijven gevestigd.
Voornamelijk in Haspengouw is het aandeel agrarisch gebied groot. Dat heeft volgens de studie te maken met de sterke aanwezigheid van landbouwbedrijven die gespecialiseerd zijn in plantaardige productie. Herstappe (88,2%) en Gingelom (86,1%) zijn de gemeenten met het grootste aandeel landbouw. In Noord-Limburg zijn dat Peer (66,9%) en Bree (63%).
Het aantal landbouwbedrijven in Limburg is afgenomen van 5.382 in 2000 tot 3.024 in 2012. Vooral de kleine bedrijven gaan er tussenuit. Sommige bedrijven hebben meerdere vestigingen zodat er in de zomer van 2013 circa 6.500 landbouwexploitaties waren in Limburg. Hun aantal is zelfs beperkt (+61) toegenomen tussen 2008 en 2013. Nog opvallender is dat de toename sterker is in gemeenten waar de landbouw zowel qua ruimtegebruik als economisch minder sterk staat. De verklaring zou vooral administratief zijn: vanwege de wettelijke verplichting deden meer fruittelers in 2013 een aangifte. Ook het aantal particuliere paardenhouders dat zich in regel stelde met de aangifteplicht steeg.