"Leader moet lokale ontwikkeling nog meer stimuleren"
nieuwsTwintig jaar na zijn creatie is ‘Leader’, as 4 van het Europees plattelandsbeleid, er nog niet ten volle in geslaagd om de voornaamste stakeholders te mobiliseren en lokaal innovatie te promoten. Positief is dat Leader gebaseerd is op partnerschappen die een model bieden voor stakeholder-participatie op lokaal niveau. Zo omschrijft het Vlaams-Europees verbindingsagentschap, kortweg vleva, de conclusies van een EESC-hoorzitting.
“De conclusies van de hoorzitting van het Europees Economisch en Sociaal Comité (EESC), waar Leader besproken werd als een instrument voor lokale ontwikkeling, zullen de basis vormen van het EESC-advies over Leader dat momenteel voorbereid wordt”, aldus vleva. Dit advies kadert in het actuele debat over de toekomst van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en meer specifiek over de tweede pijler plattelandsontwikkeling.
Vertegenwoordigers van de Europese instellingen en stakeholders waren het erover eens dat Leader een goed instrument is voor publiek-private samenwerkingen ten dienste van het platteland, maar concludeerden dat het zijn potentieel nog niet heeft weten in te vullen met lokale ontwikkelingsstrategieën die stakeholders mobiliseren en lokaal innovatie promoten.
“Hinderpalen zijn top-down beslissingen over de prioriteiten van een Leaderproject, complexe administratieve en financiële procedures samen met de gebrekkige lokale administratie en belangenconflicten bij de selectie van projecten”, klonk het.
De deelnemers aan het debat hielden een pleidooi voor uniforme, heldere en eenvoudige regels, een grote betrokkenheid van de lokale groepen bij de vroege fases van het plattelandsbeleid en meer vrijheid om lokaal oplossingen uit te werken. Zij vonden het ook nodig om de lokale groepen meer transparant te laten functioneren en alle lokale actoren meer armslag te geven.
Bron: Nieuwsbrief vleva/eigen verslaggeving