Landloperskolonies hopen op erkenning als werelderfgoed
nieuwsIn de kapel van Merksplas-Kolonie is het officiële samenwerkingsakkoord ondertekend tussen twee Vlaamse en vier Nederlandse voormalige landlopers- en landbouwkolonies om te ijveren voor erkenning als werelderfgoed door UNESCO. De nominatie kunnen ze eind dit jaar in handen hebben, maar een definitieve beslissing van de VN-organisatie wordt pas in 2018 verwacht.
De zogenaamde 'koloniën van weldadigheid' dateren uit de 19de eeuw, toen onze streken nog deel uitmaakten van het Koninkrijk der Nederlanden. Ze werden opgericht om landlopers en bedelaars op te vangen en hen werk te verschaffen, zodat ze nadien de kans zouden krijgen hun plaats in de maatschappij weer in te nemen.
In het begin van de 19e eeuw stonden de kolonies vol hoevetjes waar de bewoners aan de slag gingen. De landloperskolonie van Merksplas is maar liefst 600 hectare groot. De twee Belgische kolonies, naast Merksplas ook Wortel, werden tot 1993 gebruikt vooraleer de afschaffing van de wet op de landloperij ze nutteloos maakte. Ze zijn momenteel al beschermd als landschap. Om op de bewaring toe te zien, richtte de provincie Antwerpen de vzw Kempisch Landschap op.
Het initiatief om voor het UNESCO-werelderfgoedstatuut te gaan, komt van de sites in het Nederlandse Drenthe. Nederland en Vlaanderen stelden samen een dossier op, gesteund door Europese middelen. Beide overheden vinden dat de zes kolonies als werelderfgoed erkend moeten worden omdat "de grootschaligheid van de ondernemingen, de voorbeeldfunctie die de landbouwkolonies hadden en de vele relicten die er nog van aanwezig zijn" maken dat ze "erg betekenisvolle plekken" zijn geworden.
Bron: Belga/eigen verslaggeving
Beeld: Toerisme Merksplas