Landbouworganisaties analyseren Vlaamse GLB-plannen

In oktober hakten zowel het Europees Parlement als de Europese Raad knopen door over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor de periode 2020-2027. Er werd onder andere beslist dat Vlaanderen en Wallonië elk een regionaal plan zullen indien bij Europa. In een speciale hoorzitting in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement lichtte het departement Landbouw en Visserij dat Vlaams Strategisch Plan toe. Zowel Boerenbond als het Algemeen Boerensyndicaat kregen de daarna de kans hun bemerkingen te delen.

12 november 2020  – Laatste update 12 november 2020 18:12
Lees meer over:

Oktober was een bewogen maand in de onderhandelingen over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Nu zowel het Europees Parlement als de Europese Raad van ministers van Landbouw een akkoord bereikten over hoe dat GLB 2020-2027 er zou moeten uitzien, kunnen ze met de Europese Commissie gaan onderhandelen over een definitief akkoord. Ondertussen kunnen de lidstaten werken aan hun eigen plannen. Ons land zal – als enige in Europa – twee plannen indienen: één voor Wallonië en één voor Vlaanderen.

Tijdens een speciale hoorzitting in de commissie Landbouw van het Vlaams Parlement lichtte het departement Landbouw en Visserij dat Vlaams Strategisch Plan alvast toe. Daarna kregen de landbouworganisaties – Boerenbond en het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) – de kans om hun reflectie op dat plan te geven.

Focus op de boer

Beide landbouworganisaties willen vooral de boer terug in the picture zetten. “Gegeven de druk op het budget voor het GLB en de toenemende ambities in de Green Deal en de Farm2Fork strategieën is het meer dan ooit belangrijk om dat GLB te focussen op de kerndoelgroep”, zegt Pieter Verhelst, adviseur Europees en internationaal beleid bij Boerenbond. “En dat is de actieve boer. We stellen voor om pensioenboeren voor de keuze te stellen: of ze genieten een pensioenuitkering, of ze krijgen landbouwsteun. Verder willen we dat de steun ook terechtkomt bij wie het risico neemt, namelijk de landbouwer zelf en niet de grondeigenaar.”

Volgens Boerenbond wordt er hierrond al heel verdienstelijk gewerkt op het departement Landbouw en Visserij, maar zal het belangrijk zijn om dit sterk te maken naar de Europese Commissie toe. “Verder merken we op dat in de uitwerking van het Departement de focus op de actieve boer sterk aanwezig is in de eerste pijler, wij vragen om die focus ook te behouden in de tweede pijler”, voegt Pieter Verhelst nog toe.

“De budgetten zijn inderdaad lager dan ooit”, treedt Hendrik Vandamme, voorzitter van ABS, Boerenbond bij. “Bij de opmaak van het Vlaams Strategisch Plan pleiten ook wij ervoor om het budget maximaal in te zetten bij degene die het toekomt. "

"Het moet gaan naar de boerende boer, zoals het Departement het mooi verwoorde, zowel groot als klein", zegt Hendrik Vandamme. "Ook jonge landbouwers moeten meteen aan hun trekken kunnen komen. We vragen dus om de instapgrens voor steun niet te hoog te leggen.” Verder wijst ABS op het belang van de generatiewissel. “Vanuit het beleid moet ingezet worden op het stimuleren en faciliteren van jonge boeren, dat wordt echt cruciaal”, stelt Hendrik Vandamme. “De landbouwbevolking is heel snel aan het vergrijzen.”

De rechtstreekse inkomenssteun is een belangrijk element om een antwoord te bieden op de moeilijke positie van de boer

Pieter Verhelst - Adviseur Europees en internationaal beleid, Boerenbond

Belang rechtstreekse inkomenssteun

“De boer zit tussen hamer en aambeeld”, klinkt het bij Boerenbond. “Langs de ene kant heb je de burger, die alsmaar veeleisender wordt, langs de andere kant heb je de consumenten en retailers die ook alsmaar veeleisender worden. En daar zitten onze mensen tussen.” De rechtstreekse inkomenssteun is volgens Boerenbond een belangrijk element om een antwoord op die moeilijke positie te bieden. “Het is een vergoeding voor de strengere randvoorwaarden, dat zijn de facto publieke diensten waar eigenlijk niemand meer voor wil gaan betalen”, legt Pieter Verhelst uit. “Dus als we dat als samenleving belangrijk vinden, moeten we dat op één of andere manier gaan compenseren.”

“Een flat rate per hectare hanteren staat voor ons evenwel gelijk aan non-beleid”, gaat Pieter Verhelst verder. “Zo’n systeem kapitaliseert in prijzen van grond, grondstoffen en het eindproduct. Op die manier is de boer zijn steun potentieel drie keer kwijt voor hij die ontvangen heeft. Wij pleiten erg nadrukkelijk voor verdere interne convergentie, een regeling die rekening houdt met geduldig kapitaal. Veel van onze boeren gaan immers investeringen aan voor lange termijn, gebaseerd op hun rechtstreekse inkomenssteun.”

Ook het ABS ziet een heel grote uitdaging voor de Vlaamse land- en tuinbouwers om te kunnen inspelen op alle vragen en verwachtingen die vanuit de maatschappij bij hen gelegd worden. “Het is nodig dat we een duidelijk kader hebben waarbinnen wij ons ding kunnen doen en kunnen tegemoet komen aan de vele verwachtingen”, zegt Hendrik Vandamme. “Om dat te kunnen waarmaken heb je natuurlijk voldoende middelen nodig en moet dat budget ook goed besteed worden. Vanuit Europa en ook Vlaanderen wordt de focus gelegd op duurzaamheid. Voor ons gaat dat over drie gelijkwaardige elementen: economie, ecologie en sociaal.”

De GLB-steun vormt ook de basis van de duurzaamheids-inspanningen die we vandaag al leveren en ook in de toekomst willen leveren

Hendrik Vandamme - Voorzitter ABS

“Wat ons betreft moet de GLB-steun echt ingezet worden als inkomensfactor”, gaat Hendrik Vandamme verder. “Het vormt ook de basis van de duurzaamheidsinspanningen die we vandaag al leveren en ook in de toekomst willen leveren. Zomaar zeggen dat het budget naar beneden kan en dat land- en tuinbouwers steuntrekkers zijn zonder voorwaarden, is echt heel kort door de bocht.”

Afbouw gekoppelde steun

Zowel Boerenbond als ABS zien de geplande afbouw van de gekoppelde steun als een gemiste kans. “Hoe ga je inzetten op het behouden van lokale rundsvleesproductie?”, vraagt Pieter Verhelst zich af. “Het is duidelijk dat de gekoppelde steun een sluitsteen is van het economisch verdienmodel  van onze rundveehouderij. Langs de andere kant is er ook veel te doen over de eiwittransitie. De gekoppelde steun voor eiwithoudende gewassen zou een quick start kunnen geven aan zo’n eiwittransitie en eigenlijk serveren we die optie gewoonweg af.”

Wij zien net als Boerenbond een rol weggelegd voor de veehouderij in een lokale en duurzame voedselproductie

Hendrik Vandamme - Voorzitter ABS

Ook het ABS betreurt dat in het Vlaams regeerakkoord eigenlijk al een voorafname gebeurd is aan het GLB en het al dan niet verder gaan met gekoppelde steun. “Wij ervaren de gekoppelde steun vandaag steeds meer als een vorm van extensiveringspremie per dier dat aangehouden wordt, maar zeker ook in functie van het behoud van blijvend grasland. In bepaalde regio’s in Vlaanderen is blijvend grasland onder druk komen te staan enkel en alleen omwille van het feit dat, door de marktomstandigheden, de zoogkoeienhouderij afgebouwd werd. Dus dan is het de vraag of het een verstandige keuze is om vanuit het Vlaams politiek niveau eenzijdig te gaan beslissen om die premies af te bouwen terwijl er eigenlijk weinig alternatief is. Wij zien net als Boerenbond een rol weggelegd voor de veehouderij in een lokale en duurzame voedselproductie.”

Beide landbouworganisaties zien daarnaast wel een belangrijke rol weggelegd voor investeringssteun, zoals bijvoorbeeld het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF). “We moeten er blijven voor zorgen dat duurzaamheidsinvesteringen, vaak niet-economische investeringen, blijven ondersteund worden voor iedere echte landbouwer”, reageert Hendrik Vandamme. “Het VLIF geeft bovendien heel duidelijk richting aan welke de goede investeringen zijn en welke niet”, vult Pieter Verhelst nog aan.

Vergroening en eco-regelingen

Het Europees parlement wil dat 30 procent van de rechtstreekse inkomenssteun voortaan wordt voorbehouden voor zogenaamde eco-regelingen. “Die financiële stimuli moeten landbouwers aanzetten om extra inspanningen te doen op vlak van klimaat en milieu en zo hun inkomen te verhogen”, klinkt het. De Europese Raad legt de lat iets lager: lidstaten zouden 20 procent van de rechtstreekse inkomenssteun aan eco-regelingen moeten besteden. Beide landbouworganisaties erkennen het belang van de eco-regelingen, maar zitten nog met vragen over de praktische implementatie ervan.

“We moeten een balans vinden tussen effectiviteit en efficiëntie”, klinkt het bij Boerenbond. “Hoe inpasbaar zijn die maatregelen? Er is in de klankbordgroep veel eensgezindheid over het feit dat we die vergroening moeten vastpakken. Er is nog echter geen consensus over hoe we ervoor zorgen dat die maatregelen milieuwinst opleveren en tegelijkertijd landbouwkundig en economisch inpasbaar zijn. Ook wij zullen die oefening doen met onze boeren en ons de vraag stellen: wat zit erin voor mij?”

Hoe zorgen we ervoor dat de eco-regelingen milieuwinst opleveren en tegelijkertijd landbouwkundig en economisch inpasbaar zijn?

Pieter Verhelst - Adviseur Europees en internationaal beleid, Boerenbond

“We moeten de ambities op vlak van vergroening en eco-regelingen inderdaad aftoetsen aan de economische realiteit van onze landbouwbedrijven”, zegt Hendrik Vandamme. “Wat wij vragen is dat men de uitwerking van de vergroening en de eco-regelingen schrijft op maat van Vlaanderen. Bij de keuze die de landbouwer zal maken, zal veel afhangen van de mogelijkheden op zijn bedrijf. De ligging van percelen, van het bedrijf, de aanwezigheid van natuurgebieden… dit maakt het allemaal niet gemakkelijker  om als landbouwer in zo’n eco-regeling mee te gaan. Verder vragen we ook aandacht voor de synergie tussen de eerste en de tweede pijler. De eco-regelingen mogen bijvoorbeeld niet in de weg staan van het aangaan van beheerovereenkomsten of omgekeerd.”

“Landschapsbeheer maakt al van oudsher deel uit van ons beroep, geef ons tijd en een marktconforme vergoeding voor de eco-inspanningen die we kunnen leveren”, besluit Hendrik Vandamme. “Want zonder boeren, geen voedsel en geen toekomst.”

In de speciale hoorzitting over het GLB en de invulling van het Vlaams Strategisch plan was ook ruimte voor reflecties van Steven Van Passel (professor Universiteit Antwerpen) en Freek Verdonckt (Natuurpunt). Die kan u binnenkort op VILT lezen.

Bron: Eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek