Belgische landbouwministers tevreden over compromisvoorstel GLB

De 27 lidstaten van de Europese Unie hebben in de nacht van dinsdag op woensdag na lange onderhandelingen een akkoord bereikt over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Zo zal er 20 procent van het de directe steun gereserveerd worden voor de zogenaamde ‘ecoregelingen’. Ook in het Europees Parlement werd een voorlopig akkoord bereikt over de grote principes van het nieuwe GLB.

21 oktober 2020  – Laatst bijgewerkt om 21 oktober 2020 17:08
Lees meer over:

Zowel de Europese Landbouwraad als het Europees Parlement kreeg deze week de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid voor de kiezen. Zij moeten elk een standpunt innemen over de richting waarin het landbouwbeleid moet evolueren. Deze standpunten van de Raad en het Parlement worden nadien binnen de schoot van de Commissie samengebracht en daaruit moet dan een compromisvoorstel vloeien.

De Europese landbouwministers hebben als eerste een akkoord bereikt over één van de grootste uitgavenposten in de Europese begroting. Dat akkoord kwam uit de bus na bijna twee dagen onderhandelen, onder leiding van het Duits voorzitterschap van de EU.

In het basisvoorstel dat door de Europese Commissie op tafel was gelegd, werd voorzien in meer vrijheid voor de lidstaten wanneer ze doelstellingen rond pakweg milieu, klimaat en bevoorradingszekerheid behalen. Zij moeten daarvoor nationale strategische plannen op tafel leggen. Wanneer landbouwers de verschillende doelstellingen uit de nationale plannen behalen, krijgen zij extra steun.

Een belangrijk discussiepunt voor de landbouwministers was of de ecoregelingen een verplichting werden voor de lidstaten en hoeveel geld ervoor moest gereserveerd worden. Na lang onderhandelen kwam een compromis uit de bus dat onder meer bepaalt dat de lidstaten 20 procent van de directe steun aan landbouwers reserveren voor ecoregelingen. Daarbij is ook sprake van een zogenaamde tweejarige "leerfase" om de overgang te maken. Sommige lidstaten waren tegen die verplichting van 20 procent gekant.

Belgische accenten

De landbouwministers van ons land, Vlaams landbouwminister Hilde Crevits (CD&V), Waals landbouwminister Willy Borsus (MR) en federaal landbouwminister David Clarinval (MR), legden een aantal belangrijke krachtlijnen op tafel die in het voorstel van de Commissie te weinig aan bod kwamen. “We hebben bijvoorbeeld voldoende aandacht gevraagd voor jonge landbouwers om onze land- en tuinbouw op lange termijn te garanderen. In het standpunt van de Raad is nu opgenomen dat lidstaten instrumenten kunnen voorzien om jonge landbouwers aan te trekken tot het beroep maar ook om hen actief te ondersteunen tijdens hun bedrijfsvoering”, benadrukt Crevits.

Lidstaten kunnen instrumenten voorzien om jonge landbouwers aan te trekken en om hen actief te ondersteunen tijdens hun bedrijfsvoering

Hilde Crevits - Vlaams minister van Landbouw

Daarnaast heeft België gepleit voor voldoende instrumenten om bedrijven die hun verdienmodel willen aanpassen of diversifiëren, te ondersteunen. “Hier wordt nu de mogelijkheid voorzien om meer steun toe te kennen voor opleidingen en bedrijfsadviezen”, laten de ministers in een persbericht weten. Het zal voortaan ook mogelijk zijn om landbouwers die hun bedrijf moeten aanpassen aan nieuwe wettelijke normen op vlak van milieu bijvoorbeeld langer te ondersteunen.

Wat het instrument van de herverdelende steun betreft, was België voorstander van een meer eerlijke verdeling van de steun onder de landbouwers, rekening houdend met het belang van de actieve arbeidskrachten op de landbouwbedrijven. “Daartoe hebben we de mogelijkheid gevraagd en gekregen om het maximum aantal hectaren toe te passen op het niveau van de leden van rechtspersonen en groepen van natuurlijke personen, zoals momenteel mogelijk is”, klinkt het.

België heeft ook aangedrongen op de noodzaak om marktinstrumenten in geval van een crisis te actualiseren. “De recente crises tonen aan dat er een absolute noodzaak is om de marktondersteuningsmechanismen te versterken”, menen de landbouwministers van ons land. 

Tot slot heeft België ook de toestemming gekregen om twee regionale strategische plannen op te maken. “Vlaanderen en Wallonië kunnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid op die manier vorm geven in functie van de eigen noden en landbouwstructuur”, aldus Crevits en Borsus. België is het enige land waar de uitvoering van het Europese landbouwbeleid 100 procent door de gewesten gebeurt en er geen federale coördinatie meer is. “België vroeg Europa respect te tonen voor deze interne bevoegdheidsverdeling en Europa is daarop ingegaan”, verduidelijkt federaal landbouwminister Clarinval.

Vlaams landbouwminister Hilde Crevits  is ervan overtuigd dat het compromis dat de 27 Europese landbouwministers hebben bereikt, voldoende sterke instrumenten voorhanden heeft om de verduurzaming van onze land- en tuinbouwbedrijven te versnellen.

Parlement geeft fiat voor basisprincipes

Hoewel er pas vrijdagavond een definitief compromisvoorstel van het Europees Parlement wordt verwacht, was er dinsdagavond al een eerste stemming over de basisprincipes van het voorstel dat op tafel ligt. Die principes werden met een meerderheid goedgekeurd.

Een opmerkelijk verschil met het akkoord binnen de Landbouwraad is dat het EU-Parlement beslist heeft om minstens 30 procent van de directe betalingen te voorzien voor de nieuwe ecoregelingen, die financiële stimuli bevatten voor landbouwers die extra inspanningen leveren op vlak van milieu en klimaat. De Raad heeft daarvoor 20 procent in zijn voorstel staan.

De goedkeuring van de basisprincipes door het Europees Parlement is niet naar de zin van tal van milieu- en natuurorganisaties die in de voorstellen voor het nieuwe landbouwbeleid de doodsteek zien voor de biodiversiteit in Europa. Ze vinden ook dat het haaks staat op de klimaatengagementen die eerder in de Green Deal werden overeengekomen. In een persbericht spreekt Greenpeace over “het doodvonnis van kleinere boerderijen en de natuur”.

Volgens Greenpeace blijft het Europese landbouwbeleid op deze manier steken in de naoorlogse opvatting dat we steeds meer moeten produceren, koste wat het kost. Het Europees Parlement wil ons nu opnieuw jarenlang opsluiten in dat destructieve model, terwijl wetenschappers waarschuwen dat het roer in de landbouw volledig om moet als we de klimaatcrisis willen aanpakken en de natuur willen beschermen", zegt Matteo De Vos, expert duurzame landbouw bij Greenpeace België.

Het Europese landbouwbeleid is blijven steken in de naoorlogse opvatting dat we steeds meer moeten produceren, koste wat het kost

Matteo De Vos - Expert duurzame landbouw Greenpeace België

Eerder verklaarde ook Vlaams omgevingsminister Zuhal Demir (N-VA) haar bezorgdheid over de hervorming van het GLB. "Onze boeren zorgen voor voedselzekerheid en voedselonafhankelijkheid en dat is in deze onzekere tijden geen overbodige luxe. Maar de weg die de Europese landbouw in het verleden is ingeslagen heeft er voor gezorgd dat de gevolgen voor de kleine boer en het milieu groot zijn geworden. Te groot", zegt Demir.

Het nieuwe beleid gaat volgens haar verder op de ingeslagen weg. "Meer dan de helft van Vlaanderen is landbouwgebied", aldus de N-VA-minister. "Als in die gebieden de milieudruk uit landbouw door bemesting, ammoniakemissies, pesticiden, het scheuren van graslanden en erosie niet fors daalt, dan is het voor Vlaanderen onmogelijk om de door Europa opgelegde natuurdoelen te behalen. Het is het een of het ander. Europa moet weten wat het wil."

In De Standaad zei minister Crevits vorige week dat ze het belangrijk vindt lokale landbouwbedrijven te steunen. “Op dat vlak is het goed dat lidstaten in hun nationale plannen beter kunnen bepalen waar het geld naartoe gaat. Maar ik ben het er niet mee eens dat je grote bedrijven niet moet steunen. Zij zijn vaak slagkrachtiger en zijn voorlopers van innovatie om de klimaatdruk te verkleinen”, aldus de Vlaamse landbouwminister.

Bron: Eigen verslaggeving / Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek