Landbouwer van de toekomst wordt manusje-van-alles

Onderzoekers debatteerden naar aanleiding van ILVO 2020 in verschillende workshops over de prioriteiten van het landbouw- en visserijonderzoek voor de komende 10 jaar. De multidisciplinaire landbouwer van de toekomst zal kennis en innovatie combineren en alle randvoorwaarden naleven zoals daar zijn regelgeving, administratie, beperkte grond en milieudruk.
7 juni 2010  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:12
Lees meer over:

Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) stelde dit voorjaar het project ILVO 2020 voor. Onderzoekers debatteerden over het landbouw- en visserijonderzoek voor de komende 10 jaar. De multidisciplinaire landbouwer van de toekomst zal kennis en innovatie combineren en alle randvoorwaarden naleven zoals daar zijn regelgeving, administratie, beperkte grond en milieudruk.

De belangrijkste uitdagingen voor het platteland zijn volgens de onderzoekers het behoud van netwerken en sociaal kapitaal, de evolutie van competitie tussen diverse sectoren naar een overlegmodel en een gezonde competitiviteit tussen landbouwers, een betere synergie van de plattelandsfuncties en het bewaken van de ruimtelijke kwaliteit van het platteland.

Uit de verschillende discussiegroepen kwamen een aantal belangrijke aandachtspunten voor onderzoek naar voor waarbij het ‘multidisciplinair ondernemerschap’ centraal kan gesteld worden. Deze vorm van ondernemerschap combineert kennisuitwisseling en innovatie. Een goede ondernemer dient ook met alle randvoorwaarden (regelgeving, de administratie, de beperkte grond, milieudruk) rekening te houden.

In het algemeen blijkt er nood te zijn aan een wetenschappelijke onderbouwing van de milieunormen relevant voor landbouw en aan betrouwbare instrumenten voor de controle hiervan. Het thema landbouw in relatie tot de natuurlijke omgeving leidde onder meer tot onderzoeksvragen over de vergoeding voor groene en blauwe diensten, over het verminderen van het effect van landbouw op de natuurlijke omgeving en over het belang van biodiversiteit voor de landbouw.

Landbouw en visserij moeten in het teken staan van veilig en kwaliteitsvol voedsel. Daarom is er nood aan onderzoek naar gezondheidsbevorderende componenten in dier- en mensenvoeding. In het kader van de volksgezondheid zou het interessant zijn om alle risico’s doorheen de keten te inventariseren. Zo kan er preventief en curatief snel ingegrepen worden.

In de plantaardige productie werden de rendabiliteit in een globale omgeving, een moeilijk wetgevend kader en een wijzigend klimaat als belangrijkste uitdagingen opgelijst. De werkgroep zag de sterktes van de Vlaamse grondgebonden teelten vooral geconcentreerd rond kwaliteit, technologie en nichemarkten. De zwaktes, die verder onderzoek verdienen, hadden te maken met het steeds strengere wetgevend kader, onder andere op het vlak van gewasbescherming en verlaagde inputs.

Teelten kunnen gewapend worden tegen klimaatverandering door nieuwe en meer flexibele variëteiten, door genetische modificatie en aangepaste teelttechnieken. De bescherming van de bodem, het rationeel gebruik van water en de genetische diversiteit van landbouwgewassen werden als aandachtspunten aangestipt.

De Vlaamse veehouderij wordt gekenmerkt door het kleinschalig karakter, maar schaalvergroting is ingezet. Toch moet in de dierlijke productie gestreefd worden naar meer kwaliteit, eerder dan naar meer kwantiteit. Een grote onderzoeksuitdaging is het verzoenen van conflicterende belangen binnen een economisch rendabele dierenhouderij.

Het is belangrijk om ‘kwaliteitsvol’ te definiëren en hierbij de hele vleesketen te betrekken. Communicatie tussen onderzoek en landbouwpraktijk is belangrijk, maar evenzeer communicatie met de consument over een kwaliteitsvol dierlijk product.

In de visserij tot slot moet aandacht zijn voor alternatieve visserijtechnieken met een hogere selectiviteit, een lagere impact op de bodem en een lager energieverbruik. De vraag rijst in welke mate aquacultuur kan bijdragen tot deze ecosysteembenadering. De Vlaamse visserijsector is beperkt in vergelijking met andere landen, dus moet vooral ingezet worden op kennisopbouw.

Bron: eigen verslaggeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek