nieuws

Kortgeding Limburgse pluimveehouders uitgesteld

nieuws
De Tongerse kortgedingrechter heeft de behandeling van de zaak die drie pluimveehouders uit het Limburgse toezichtsgebied tegen de Belgische Staat hadden ingediend voor onbepaalde tijd uitgesteld. Dat gebeurde op vraag van de Belgische staat. De pluimveehouders protesteren tegen de preventieve ruimingen in het kader van de bestrijding van de vogelpest.
3 juni 2003  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 13:53
De Tongerse kortgedingrechter heeft de behandeling van de zaak die drie pluimveehouders uit het Limburgse toezichtsgebied tegen de Belgische Staat hadden ingediend voor onbepaalde tijd uitgesteld. Dat gebeurde op vraag van de Belgische staat. De pluimveehouders protesteren tegen de preventieve ruimingen in het kader van de bestrijding van de vogelpest.

De zaak wordt wellicht pas na het gerechtelijk verlof behandeld, zo liet advocaat Paul Deckers die optreedt namens de pluimveehouders maandag weten. De betrokken pluimveehouders spanden enkele weken geleden een kort geding tegen de overheid aan omdat ze van mening waren dat de preventieve ruimingen niet noodzakelijk meer waren. Ze argumenteerden dat zich ruim 10 dagen na de ontdekking van de laatste besmettingshaard geen nieuwe besmettingen in het Limburgse toezichtsgebied hadden voorgedaan.

In de bedrijven van de drie pluimveehouders uit Meeuwen-Gruitrode, Dilsen-Stokkem en Maaseik werden goed anderhalve maand geleden in totaal 157.000 stuks pluimvee vernietigd. De drie vragen een schadevergoeding van ruim 15 miljoen euro vanwege de overheid. De indieners willen ook dat er een deskundige wordt aangesteld om de omvang van de geleden schade te begroten en eisen dat de precieze omstandigheden van de vernietiging van het pluimvee nader onderzocht wordt.

De Belgische staat argumenteerde maandag al dat het niet bevoegd is in deze zaak. Maar volgens Deckers gebeurden de ruimingen op last van het federaal Voedselagentschap en moet deze instantie maandelijks rapporteren aan het ministerie van Volksgezondheid. Deckers argumenteerde dan ook dat er geen sprake van een bevoegdheidsconflict kan zijn.

De drie betrokken pluimveehouders kregen onlangs nog een vergoeding van 90 procent van de waarde van de kippen toegewezen. Volgens raadsman Deckers komt die uitkering overeen met 25 procent van de werkelijk geleden schade omdat er geen leegstandsvergoeding in aanmerking werd genomen en de schade voor de eiproducenten nog elke dag stijgt omdat ze hun stallen niet mogen herbevolken en niets kunnen verkopen.

Bron: Belga

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek