Iraakse boeren zien debiet van Eufraat slinken

Het Iraakse ministerie van Water heeft een bijeenkomst geëist met zijn Syrische en Turkse buren, nadat het debiet van de Eufraat met de helft gezakt is in vergelijking met juni. In Irak heerst al een grote droogte omdat de neerslaghoeveelheden tijdens de twee voorbije winters fors gedaald zijn.

Het ministerie wil "een dringende vergadering in augustus, met ministers en deskundigen uit de drie betrokken landen, om te praten over de waterverdeling en de schommeling van het debiet in Irak", luidt het in een communiqué van het ministerie. Het debiet van de Eufraat aan de Syrische grens is zeer laag. "Al tien dagen bedraagt het 250 kubieke meter per seconde, en die hoeveelheden zijn onvoldoende voor de landbouw en de andere behoeften", aldus het ministerie.

Eind juni zette Turkije, waar de Eufraat ontspringt, nochtans de deuren van de stuwdammen op de stroom open, waardoor het debiet toenam tot 570 kubieke meter per seconde. Ankara beloofde Irak tegen juli een debiet van 715 kubieke meter per seconde. Volgens het ministerie van Water heeft Irak een debiet in de Eufraat van minstens 500 kubieke meter per seconde nodig om te voldoen aan 50 procent van de waterbehoefte voor irrigatie.

De situatie in Irak is bovendien des te moeilijker, omdat het gebied al twee jaar te kampen heeft met een grote droogte als gevolg van een enorme vermindering van de neerslag tijdens de winter. Daardoor trekken talrijke landbouwers van het platteland naar de steden.

Een ander gevolg van de uitdroging van de Eufraat is dat de levenswijze van de 'moeras-Arabieren' in gevaar komt. Zij verlaten namelijk de vochtige zones die hard getroffen worden door het watertekort. "Tachtig families hebben onlangs het moeras van Aboe Zark, ten oosten van Nassiriyah, in het zuiden van het land, verlaten", stelde een verantwoordelijke van de landbouwprojecten in de provincie Dhi Qar.