nieuws

Inkomenssteun blijft gekoppeld in een aantal lidstaten

nieuws
Met de hervorming van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid is de aan productie gekoppelde steun niet verdwenen. Heel wat EU-lidstaten houden de rechtstreekse inkomenssteun gekoppeld voor specifieke sectoren zoals de vleesvee- en kalverhouderij of voor specifieke teelten zoals zetmeelaardappelen, vlas en eiwitrijke gewassen. Buurlanden Nederland en Duitsland hebben de gekoppelde steun over boord gegooid. Vlaanderen acht het zinvol om nog gekoppelde steun toe te kennen aan de kwekers van zoogkoeien en kalveren. De oude steunregimes worden weliswaar stopgezet maar er komt een nieuwe regeling in de plaats.
6 november 2014  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:28

Met de hervorming van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid is de aan productie gekoppelde steun niet verdwenen. Heel wat EU-lidstaten houden de rechtstreekse inkomenssteun gekoppeld voor specifieke sectoren zoals de vleesvee- en kalverhouderij of voor specifieke teelten zoals zetmeelaardappelen, vlas en eiwitrijke gewassen. Buurlanden Nederland en Duitsland hebben de gekoppelde steun over boord gegooid. Vlaanderen acht het zinvol om nog gekoppelde steun toe te kennen aan de kwekers van zoogkoeien en kalveren. De oude steunregimes worden weliswaar stopgezet maar er komt een nieuwe regeling in de plaats.

Landen als Denemarken, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk houden geen inkomenssteun aan landbouw opzij om die vervolgens te koppelen aan de één of andere vorm van productie. In andere landen gebeurt dat wel nog: Frankrijk, België, Polen, Spanje en Italië. Tien tot vijftien procent van de nationale enveloppe wordt daar uitgekeerd in de vorm van gekoppelde steun. Vooral vleesvee- en kalverhouders zullen de komende vijf jaar gekoppelde steun ontvangen. Zo krijgt een Franse boer nog altijd 187 euro per zoogkoe en een Poolse boer 70 euro. Boerderij vlooide uit dat die laatste ook tot 400 euro per hectare suikerbieten of zetmeelaardappelen en 200 euro per hectare vlas en hennep krijgt.

Onze noorderburen maken zich daar zorgen over omdat in hun land de kalverhouders en zetmeelaardappeltelers het plots met veel minder inkomenssteun moeten stellen. De voorzitter van de Nederlandse landbouworganisatie LTO, Albert Jan Maat, noemt de gekoppelde steun “niet fraai” voor de Europese gemeenschappelijke markt.

In Vlaanderen wordt de gekoppelde steun gereserveerd voor twee erg kwetsbare sectoren: de vleesvee- en kalverhouderij. De kalverpremie wordt uitbetaald per geslacht dier jonger dan acht maanden. In de vleesveehouderij neemt de gekoppelde steun opnieuw de vorm aan van een zoogkoeienpremie. De oude zoogkoeienquota vervallen en er komen er nieuwe in de plaats. Door de ondergrens op te trekken en het aantal begunstigden te beperken, vermijdt de overheid dat de premie irrelevant klein wordt. Het beschikbare budget daalt namelijk.

In samenwerking met: Boerderij

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek