India en China ageren tegen westerse landbouwsubsidies

India en China vinden dat rijke landen het recht om handelsverstorende landbouwsubsidies te verstrekken binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) helemaal moeten verliezen. Volgens de Aziatische grootmachten zetten landen als de VS, EU en Canada ontwikkelingslanden onder druk om landbouwsubsidies op te heffen, terwijl ze het recht tot subsidiëring van eigen boeren behouden. Het voorstel is onderdeel van de onderhandelingen voorafgaand aan een ministeriële topconferentie van de WTO, weet Boerderij, die in december zal plaatsvinden in Buenos Aires.

Een aantal landen heeft binnen de WTO het recht om een beperkt bedrag uit te geven aan de meest
handelsverstorende subsidies. Omdat landen op verschillende tijdstippen en onder verschillende condities zijn toegetreden tot de WTO, is een groot verschil ontstaan. Vrijwel alle rijke landen mogen voor een bepaald bedrag hun landbouw op een handelsverstorende manier subsidiëren, terwijl dat voor de meeste arme landen niet zo is.

Volgens India en China gaven de ontwikkelde landen in totaal jaarlijks zo’n 160 miljard dollar uit aan dergelijke subsidies. Deze subsidies komen volgens beide landen voor een flink deel terecht bij landbouwbedrijven die zelf exporteren of leveren aan exporterende bedrijven. De ontwikkelingslanden zelf zouden hun arme boeren – die niet of nauwelijks in staat zijn te leveren voor de wereldmarkt – slechts genoeg subsidie geven om te overleven. In veel gevallen zouden de subsidies die rijke landen verschaffen 50 procent of meer van de totale productiewaarde uitmaken.