ILVO gaat via geurlabo geuremissie veehouderij meten

nieuws
Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) heeft een gespecialiseerd geurlaboratorium geïnstalleerd om geur uit veestallen te meten. “Dit labo is een onmisbare schakel in het emissieonderzoek. Bij de beoordeling van vergunningsaanvragen voor veestallen hebben de bevoegde overheden dringend nood aan objectieve en actuele geuremissiecijfers”, aldus ILVO.
26 juni 2012  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:18

Het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) heeft een gespecialiseerd geurlaboratorium geïnstalleerd om geur uit veestallen te meten. “Dit labo is een onmisbare schakel in het emissieonderzoek. Bij de beoordeling van vergunningsaanvragen voor veestallen hebben de bevoegde overheden dringend nood aan objectieve en actuele geuremissiecijfers”, klonk het tijdens de persvoorstelling van het lab.

De Vlaamse veehouderij toont de jongste jaren een trend tot schaalvergroting. Bij de bouw van nieuwe stallen ontstaan er vaak buurtprotesten uit vrees voor geur- en andere hinder. “Bij het verlenen van vergunningen wordt er vooral aandacht besteed aan ammoniak- en geuremissies, maar we moeten vaststellen dat juist op die vlakken heel wat kennislacunes bestaan”, meent ILVO. De onderzoeksinstelling richtte eind 2010 samen met de provincie West-Vlaanderen, Inagro en de UGent het consortium VEMIS op dat werk zal maken van kennisopbouw rond luchtemissies in de veehouderij.

In dat kader heeft ILVO een gespecialiseerd geurlabo geïnstalleerd. Het gaat om een investering van 100.000 euro. Het geurlabo met olfactometrie is uitsluitend gericht op de Vlaamse veehouderij. “Een dergelijke focus is uniek in België en zelfs wereldwijd zijn er slechts een handvol vergelijkbare labs”, legt Greet Riebbels, woordvoerster van ILVO uit. Het geurlab bestaat uit een ingerichte geconditioneerde kamer, maar het belangrijkste is het geurpanel. Olfactometrie is immers een meettechniek die een beroep doet op de menselijke neus.

De zoektocht naar geschikte neuzen voor het geurlab is complex en streng: een kandidaat panellid wordt getest met behulp van een ijkgas op zijn gevoeligheid en regelmatigheid. “Tot op vandaag werd al een 50-tal personen getest, maar slechts 20 onder hen werden weerhouden. Zij hebben een voldoende stabiele en gevoelige neus die op een betrouwbare manier kan waarnemen vanaf welke verdunning van een luchtstaal er wel of geen veestallucht is waar te nemen”, klinkt het.

Midden vorig jaar is ILVO gestart met een eerste intensieve gecombineerde meetcampagne in een mestvarkensstal in Diksmuide. De bewuste stal heeft zowel conventionele als ammoniakemissiearme compartimenten. In beide compartimenten werden al luchtstalen genomen. “De resultaten van deze eerste praktijkmetingen zullen een algemeen beeld geven van de geurconcentratieniveaus gedurende een mestronde bij vleesvarkens. Ook wordt er gekeken of er een invloed is van het stalsysteem of van verschillende manieren om de stallen te reinigen”, legt ILVO uit.

Het nieuwe geurlaboratorium van ILVO zal ingeschakeld worden in de VEMIS dienstverlening. Dat betekent dat het de veehouderijsector zal ondersteunen, voornamelijk via de adviesdienst van Inagro en via het Innovatiesteunpunt in het kader van demonstratieprojecten rond geur. Op termijn zal het geurpanel ook worden uitgebreid tot 30 personen.

Beeld: ILVO

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek