IBR-deadline komt dichtbij voor 100 ‘attentiebedrijven’

Tegen oktober 2023 moeten alle Vlaamse rundveebedrijven vrij zijn van IBR. De voorbije jaren werd er een grote vooruitgang geboekt in het terugdringen van het virus en ook vorig jaar is het aantal besmette dieren afgenomen. Momenteel telt Vlaanderen officieel nog 166 besmette bedrijven waar IBR-dragers opgespoord werden, waarvan 100 door DGZ worden aangeduid als ‘attentiebedrijven’. Dit zijn bedrijven waarvan meer dan 10 procent van de aanwezige runderen IBR-drager is.

18 januari 2022  – Laatst bijgewerkt om 18 januari 2022 13:20
Lees meer over:

Het overgrote deel van de Vlaamse rundveebedrijven heeft de IBR-vrije status, zo blijkt uit gegevens van DGZ. 96,3 procent van de bedrijven zit in het hoogste statuut, voorheen I4 of I3, maar tegenwoordig “IBR-vrij” genaamd. Deze naamsverandering is het gevolg van een gelijkstelling van de Belgische wetgeving wat betreft IBR met de Europese wetgeving sinds vorig jaar.

Anderhalf procent van de Vlaamse rundveebedrijven, oftewel 164 bedrijven die in totaal 10.683 koeien hebben, heeft het statuut IBR gE-negatief. Vaccinatie bij deze bedrijven is nog toegelaten tot april 2024. Deze IBR gE-negatieve statuten zouden op korte termijn moeten doorgroeien naar een IBR-vrij statuut door middel van bloednames.

2.000 minder koeien met IBR

Dat betekent dat 2,2 procent van de bedrijven in het laagste statuut, 'IBR-besmet', valt. Het gaat om 248 bedrijven die 48.450 koeien hebben. Van deze bedrijven zijn er 82 vermoedelijk IBR-vrij, maar hun nieuwe status is nog niet erkend omdat ze nog niet de procedure van bloedafnames doorlopen hebben. “Deze bedrijven waren een jaar geleden nog besmet”, vertelt Stefaan Ribbens, specialist herkauwers bij DGZ. “Ook het afgelopen jaar zijn er dus weer stappen gezet in het terugdringen van IBR.” Net zoals het aantal besmette bedrijven, nam ook het aantal IBR dragers af: van 9.760 in 2020 naar 6.814 stuks in 2021.

IBR-DGZ_Vlaanderen

De grootste problemen concentreren zich op 100 Vlaamse bedrijven waar minstens 10 procent van de koeien IBR-drager zijn.  Bijna de helft daarvan kreeg de laatste 6 jaar te maken met IBR-insleep. Deze bedrijven worden door DGZ getypeerd als ‘attentiebedrijven’ en zij krijgen van de dierengezondheidsorganisatie individuele begeleiding om de IBR-vrij status te bereiken. “Per oktober 2023 moeten ook deze bedrijven vrij van IBR zijn”, vervolgt Ribbens die aangeeft dat de rundveesector op termijn strenger zal toezien op deze bedrijven. Enkel bedrijven met een recente insleep kunnen - mits begeleiding door DGZ - meer tijd krijgen om die status te bereiken, volgens de regels van de rundveesector.

Risico van insleep

Naast deze attentiebedrijven, dreigt ook altijd nog het risico van insleep, waarschuwt DGZ dat ook IBR-vrije bedrijven op het hart drukt om attent te blijven. Veroorzaker van insleep is meestal de aanschaf van koeien. Daarom gelden er inmiddels talloze sanitaire regels voor de aanschaf van vee, zoals een verplichte quarantaineperiode en bloedtesten, en dienen de IBR-vrije bedrijven bioveiligheid op peil te blijven houden.

Doel van het IBR-programma is tegen 2027een IBR-vrije status te hebben in heel België. Kort voor de eeuwwisseling was bijna driekwart van de Vlaamse rundveebedrijven besmet met IBR en een derde van de runderen was IBR-drager. Nadat het IBR-bestrijdingsprogramma in België in 2007 werd aangekondigd en in 2012 van start ging, is de situatie in ons land dus sterk verbeterd.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek