nieuws

"Honger dreigt als productieve (Vlaamse) boer afhaakt"

nieuws
Hoe kan het dat voedingsmiddelen duur zijn en tegelijk de boer amper geld krijgt voor zijn producten? In zijn antwoord haalt journalist Guy Van den Broek in De Tijd zwaar uit naar de landbouwcoöperaties, de distributie, de consument en de speculanten. "Wanneer erg productieve (Vlaamse) boeren verdwijnen, dreigt wereldwijde honger en schaarste", waarschuwt hij.
12 februari 2011  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:14
Lees meer over:

Hoe kan het dat voedingsmiddelen duur zijn en tegelijk de boer amper geld krijgt voor zijn producten? In zijn antwoord haalt journalist Guy Van den Broek in De Tijd zwaar uit naar de landbouwcoöperaties, de distributie, de consument en de speculanten. "Wanneer erg productieve (Vlaamse) boeren verdwijnen, dreigt wereldwijde honger en schaarste", waarschuwt hij.

“Honger in de wereld gaat steeds meer samen met onderbetaalde boeren”, stelt Van den Broek vast. Als oorzaak van de honger beschouwen ngo’s in ontwikkelingslanden de boer die niet uit zijn kosten komt. Volgens de journalist van De Tijd duikt dat nefaste scenario nu stilaan ook in het Westen op. Wat hij erg vreemd vindt aangezien de boeren in Europa machtige coöperaties hebben opgericht om hun belangen te verdedigen.

Die coöperaties staan doorgaans in voor de verkoop en de marketing op alle terreinen van de landbouw: zuivel, granen, slachthuizen en veevoeder. “Zelfs voor de financiering van hun investeringen hebben de boeren coöperaties opgericht zodat ze in feite alles in handen hebben om goed te leven van hun arbeid”, weet Van den Broek. “In theorie moet dus duur voedsel in de supermarkt ook de boeren ten goede komen en moeten zij tegen de laagste rentetarieven kunnen lenen.” Hij stelt evenwel vast dat dit in de praktijk steeds minder het geval is. “De West-Europese boer, en zeker de Vlaamse, komt amper uit zijn kosten”, betreurt Van den Broek. “Op wereldschaal lijkt de vraag naar voedsel groter dan het aanbod, waar loopt het dan mis”, vraagt hij zich af.

De extreme prijsvolatiliteit van landbouwgrondstoffen wordt volgens hem voor een groot deel verklaard door speculatie. “Tien jaar geleden was amper een kwart van de wereldhandel in voedsel virtueel, nu is dat al meer dan de helft”, aldus Van den Broek. Bij extreem hoge prijzen ziet hij dat rijke landen alle voedsel naar zich toe trekken zodat zij het probleem verscherpen in de ontwikkelingslanden. “Daar maakt voedsel nog altijd 40 tot 60 procent van het budget uit, bij ons amper 10 tot 20 procent”, beseft Van den Broek.

“De landbouwcoöperaties in het Westen zijn hun oorspronkelijke doel voorbijgeschoten”, luidt zijn tweede vaststelling. “Ontstaan met de bedoeling om de boer te laten delen in de meerwaarde die zijn grondstof in de verdere keten oplevert, zijn coöperaties uitgegroeid tot volwaardige marktspelers die eerder hun eigen marktaandeel willen vergroten dan dat ze oog hebben voor de prijs aan de producent”, beweert Van den Broek. In die coöperaties zit volgens de journalist het geld van de boer dat hij in crisistijden ontbeert om het hoofd boven water te houden. Specifiek voor Vlaanderen viseert hij daarbij de Maatschappij voor Roerend Bezit van Boerenbond (MRBB) en Landbouwkrediet, die ook een coöperatie is van landbouwers.

“De consument treft ook schuld”, zegt Van den Broek, “want hij wil niet betalen voor een aantal verborgen kosten zoals milieukosten en kosten voor een beter dierenwelzijn.” Vlaanderen is volgens hem kampioen in strenge milieumaatregelen, zoals het mestdecreet, ammoniakarme stallen en een meer diervriendelijke huisvesting voor kippen, runderen en nu ook varkens. “Dat alles heeft een prijs, maar die wordt zeker op een wereldmarkt niet doorgerekend”, weet Van den Broek. Vlaamse boeren compenseren dat door een grotere productiviteit of betere stielkennis, “maar aan die rek komt ooit een einde”, beseft hij.

Als vierde en belangrijkste reden waarom de kosten niet vertaald worden in de marktprijs, beschrijft hij in De Tijd de evolutie in Europa naar een grondarme landbouw. Van den Broek stelt een grote afhankelijkheid van aankoop en invoer vast voor onder meer soja uit Zuid-Amerika. Ook de verwerking van dierlijke mest wordt een noodzaak in een grondarme landbouw. “Beide fenomenen verbreken het evenwicht tussen productie en grond en creëren een blijvend groot kostprijsnadeel voor de Vlaamse landbouw”, aldus Van den Broek.

“Wil de Vlaamse boer overleven, dan moet hij kunnen produceren tegen een Europees marktgemiddelde aan kosten”, besluit de journalist. Dat marktgemiddelde wordt volgens hem bepaald door de distributiesector. Die is in Europa naar zijn zeggen geëvolueerd naar een oligopolie met sterke aankoopdiensten. “Zij bepalen op veilingen de prijs, zeker tegenover een zeer gefragmenteerd aanbod van landbouwproducten. Daarbij wordt geen rekening gehouden met regionale verschillen in kostprijs”, luidt het

Van den Broek waarschuwt dat wereldwijde honger en schaarste dreigt wanneer de erg productieve maar grondloze boer zou afhaken. “Dat kinderen van landbouwers de zaak niet overnemen, is de realiteit van elke dag”, stelt hij vast. Hij acht het mogelijk dat de voedselvoorziening faalt wanneer de meest productieve boeren afhaken en het bovendien rendabeler wordt om op die schaarse grond biobrandstoffen te kweken. “Voedsel zal dan in sommige gebieden onbetaalbaar worden”, luidt Van den Broek de alarmbel. “Dan zou bewezen zijn dat te lage prijzen voor de producent in het Westen op termijn leiden tot peperduur voedsel en tot honger in een groot deel van de wereld”, besluit hij.

Bron: De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek