Hoge kosten en slechte prijzen kelderen landbouwinkomen
nieuwsDe Vlaamse land- en tuinbouw kampte in 2011 met een forse inkomensdaling, zo blijkt uit een analyse van de landbouwadministratie. De daling is toe te schrijven aan de sterk gestegen kosten (+13%). Vooral de uitgaven voor kunstmest, veevoeders en energie liepen op. Die kostenverhoging kon niet worden doorgerekend in de verkoopprijs van producten. De eindproductiewaarde daalde immers met 1,5 procent.
De sterk gestegen kosten en de licht gedaalde opbrengstwaarde zorgden voor een terugval van het inkomen in 2011. De netto toegevoegde waarde per arbeidseenheid, als indicator voor het globale inkomen, is fors gedaald (-34%) na het herstel in 2010 en bereikt een lager niveau dan in het crisisjaar 2009. "Het betreft wel een globaal gemiddeld inkomen dat een grote variatie tussen de sectoren en bedrijven maskeert", benadrukt de afdeling Monitoring en Studie van het Departement Landbouw en Visserij.
Uit de analyse van de boekhoudgegevens van 720 Vlaamse land- en tuinbouwbedrijven die deel uitmaken van het Landbouwmonitoringsnetwerk blijkt dat de eindproductiewaarde van akkerbouw- (-19%) en tuinbouwproducten (-13%) fors daalde. De opwaartse tendens in de veehouderij (+8%) compenseert dat slechts gedeeltelijk. Veehouderij is in Vlaanderen de belangrijkste subsector met een aandeel van 63 procent in de totale eindproductiewaarde. De drie voornaamste producten zijn varkens- en rundvlees en melk. In 2011 bedraagt de globale waarde van de veehouderijproducten bijna 3,2 miljard euro.
Bij de melkveehouders verbetert het bruto saldo van de bedrijfstak rundvee en voedergewassen voor het tweede opeenvolgende jaar na de forse terugval in 2009. De verbetering is vooral te danken aan de verdere stijging van de melkprijs. De prijzen van vleesvee van de hogere kwaliteitsklassen zijn gelijk gebleven of licht gedaald, terwijl de kosten stegen. Daardoor daalt het bruto saldo van de bedrijfstak rundvlees.
In de varkenssector weegt de kostenstijging van de veevoeders zeer zwaar door op het financiële resultaat. De gemiddelde jaarprijs van de biggen evolueert nauwelijks, terwijl die van de vleesvarkens steeg. Het bruto saldo daalt zowel voor de vermeerdering van biggen als het vetmesten van vleesvarkens, maar de daling is het grootst voor de zeugenhouders.
De productiewaarde van tuinbouwproducten wordt geschat op 1,4 miljard euro. De tuinbouw neemt 28 procent van de totale productiewaarde voor zijn rekening, met groenten als grootste sector. De groentetelers kregen in 2011 te maken met een slechte prijsvorming. In het begin van het jaar stonden de groenteprijzen al onder druk als gevolg van een overaanbod. Daarna werd de sector getroffen door de EHEC-crisis. Ook de stijgende energieprijzen hebben een negatieve invloed op het financiële resultaat en dan vooral bij de teelten onder glas.
Bij het fruit is volgens de laatste oogstramingen de productie van appelen en peren groter dan het voorgaande seizoen, ondanks het stormweer. Er is echter een groot verschil tussen de bedrijven onderling. De prijzen zijn tot nog toe beduidend lager dan het voorgaande seizoen. Wat de sierteelt betreft, steeg in vergelijking met 2010 de gemiddelde jaarprijsindex voor het geheel van de sierteelt licht. De kosten stegen echter ook, vooral voor de sierteelt onder glas.
De akkerbouw is met een aandeel van negen procent in de totale eindproductiewaarde de kleinste subsector. In 2011 bedraagt de waarde van de akkerbouwproducten 481 miljoen euro. Voor wintertarwe daalde het bruto saldo door lagere prijzen en opbrengsten per hectare. Lage opbrengsten, stijgende kosten en vooral de prijsdaling maken van 2011 een slecht jaar voor de aardappeltelers. De suikerbietenteelt doet zich positief opmerken met uitzonderlijk goede bieten- en suikeropbrengsten per hectare.
Meer info: AMS-rapport 'Economische resultaten van de Vlaamse land- en tuinbouw 2011'
Bron: AMS-nieuwsflash
Beeld: deredactie.be