Hemelsluizen mogen open van landbouwers

De lente is tot dusver zonnig en droog verlopen. Te droog, als je het aan een landbouwer vraagt. Via de buitenlandse vakpers bereiken ons berichten dat de situatie zorgelijk wordt in Nederland en Duitsland. Op veel plaatsen heeft het sinds mei niet fatsoenlijk meer geregend en lopen de tekorten op. Als het niet dringend regent, dan moeten opbrengsten neerwaarts bijgesteld worden, bijvoorbeeld voor tarwe die nu nood heeft aan vocht voor de korrelvulling. Ook in Vlaanderen maken boeren zich zorgen. Het KMI bestempelde de lente van 2015 op basis van de metingen als abnormaal droog. “Heel wat landbouwers in de kustprovincie zijn noodgedwongen gestart met het beregenen van hun aardappelen en groenten”, bevestigt het West-Vlaamse praktijkcentrum Inagro. “De droogte is hier hét gespreksonderwerp want de gewasgroei valt stil en het zorgt nog voor andere moeilijkheden, bijvoorbeeld bij de onkruidbestrijding”, vertelt afdelingshoofd Akkerbouw Kürt Demeulemeester.

Door de aanhoudende droogte maken landbouwers, niet alleen bij ons maar ook in de buurlanden, zich zorgen over hun gewassen. Van maart tot en met mei viel er in ons land gemiddeld zo’n 140 liter neerslag per vierkante meter terwijl we normaal in de lente 188 liter mogen verwachten. Ook het aantal neerslagdagen, namelijk 38, is volgens het KMI een abnormale waarde. De natuur heeft zich in juni niet echt hersteld zodat het gebrek aan neerslag zich op de akkers en weiden doet voelen. De gewassen maken niet de groeispurt die normaal is voor deze tijd van het jaar en het gras herneemt niet snel de groei na het maaien van de eerste snede.

Of de droogte leeft bij de landbouwers in West-Vlaanderen, vragen we aan Kürt Demeulemeester, afdelingshoofd Akkerbouw bij praktijkcentrum Inagro. “Het is gespreksonderwerp nummer één, zeker bij landbouwers die actief zijn op de zware poldergronden. De kuststreek ontsnapte aan de weinige neerslag die hier de voorbije weken viel zodat de problemen zich daar nu het sterkst doen voelen. Bij de pootgoedtelers in de polders neemt de ongerustheid toe en we ervaren ook zelf op ons proefplatform granen in Koksijde dat het neerslagtekort de algemene gewasontwikkeling remt. Nu dreigt het ook voor de korrelvulling een probleem te worden. Bij gebrek aan neerslag kunnen de meststoffen hun werk niet doen en verloopt de mineralisatie van stikstof in de bodem trager.”

Van paniek bij de boeren is nog geen sprake, maar comfortabel is de situatie niet. Sommigen hopen op een stevige plensbui terwijl anderen de regenhaspel veiligheidshalve ingeschakeld hebben. In de regio Roeselare zijn het vooral groenten, onder andere kolen en wortelen, die beregend worden. Rondom Roeselare zijn het vooral groenten die beregend worden. Bij het spaarbekken in Rumbeke-Beitem, de heimat van Inagro, is het de laatste dagen een komen en gaan van landbouwers die water oppompen voor het beregenen van hun percelen. “Beregenen kost geld, sommige boeren hebben een beregeningsinstallatie en anderen huren er één, maar het vergt vooral veel tijd”, weet Demeulemeester.

In het IJzerbekken wordt er stilaan gevreesd voor de beschikbaarheid van water want een lage grondwatertafel kan er een beregeningsverbod rechtvaardigen. Specifiek in West-Vlaanderen is het ook een probleem dat de weinige neerslag die viel ongelijk verdeeld was. De kuststreek kreeg haast geen drup terwijl het zuiden van West-Vlaanderen beter af is, tenzij men er op 5 juni de volle lading kreeg, hevige hagelbuien incluis. Door het onweer dat volgde op de eerste hittedag van het jaar was de schade aan groenten en andere gewassen plaatselijk erg groot.

Droogte veroorzaakt ook minder voorspelbare problemen dan de gewasgroei die stilvalt. “Twee weken geleden wisten de boeren hier in de regio niet of ze er goed aan deden om hun maïspercelen tegen onkruid te behandelen of nog langer te wachten. Herbiciden hebben vocht in de bodem nodig om goed te werken, maar wie te lang wachtte moet grote onkruiden bestrijden, met alle problemen van dien.” Een ander fenomeen dat de akkerbouwers bezighoudt, zijn de aaltjes die zich bij droogte sterker laten opmerken in aardappelpercelen. Een aardappelplant waar de groei door de droogte uit is, is namelijk minder goed bestand tegen bodemaaltjes.