Groenteteler ziet eigen arbeid onvoldoende vergoed
nieuwsEen studie van de Vlaamse landbouwadministratie wijst uit dat van de belangrijkste vollegrondsgroenten enkel erwten voor de industrie zowel in 2008 als 2009 een netto bedrijfsresultaat (NBR) opleverden na aftrek van een fictieve vergoeding voor eigen arbeid van het familiaal arbeidsinkomen. Tegenover de uren werk die in spinazie en spruitkool voor de industrie kropen en in bloemkool en prei voor de versmarkt, stond geen vergoeding.
Vanuit de sector en de overheid is er vraag naar onafhankelijke informatie over de kostprijs en de rentabiliteit van de belangrijkste vollegrondsgroenten. De afdeling Monitoring en Studie (AMS) van het Departement Landbouw en Visserij komt daaraan tegemoet door die oefening te maken voor erwten, bonen, spinazie, spruitkool en bloemkool bestemd voor de industrie. Daarnaast komen ook bloemkool en prei voor de versmarkt aan bod. De bestudeerde teelten beslaan samen 55 procent van het groenteareaal in openlucht in 2009.
Van het groenteareaal in openlucht in Vlaanderen is 72 procent bestemd voor de industrie. De kostprijs van industriegroenten valt voor de teler lager uit dan de kostprijs van groenten voor de versmarkt. In 2009 bedroeg de kostprijs exclusief de fictieve vergoeding voor eigen arbeid 1.342 euro per hectare voor erwten, 1.718 euro voor bonen, 1.605 euro voor spinazie, 6.375 euro voor spruitkool en 3.662 euro voor bloemkool. Groenten bestemd voor de versmarkt kostten een teler gemiddeld 8.206 euro per hectare voor bloemkool en 14.440 euro voor prei.
"De belangrijkste variabele kosten hebben betrekking op de aankoop van zaai- en pootgoed, behalve voor spruitkool waar dat de kosten voor gewasbeschermingsmiddelen zijn. Binnen de vaste kosten zijn vooral de afschrijvingen en fictieve intresten voor machines en de pacht van gronden van belang", verklaren de onderzoekers van AMS.
Qua rentabiliteit zijn er grote verschillen tussen bedrijven en tussen de jaren. Het familiaal arbeidsinkomen voor de industriegroenten in 2009 bedraagt 1.183 euro per hectare voor erwten, 198 euro voor bonen, 211 euro voor spinazie, 1.498 euro voor spruitkool en 3.215 euro voor bloemkool. Voor bloemkool en prei voor de versmarkt is dat respectievelijk 3.986 euro en 5.066 euro per hectare.
"De grote spreiding tussen de bedrijven wordt vooral verklaard door de geoogste hoeveelheid bonen bestemd voor de industrie en bloemkool. Bij prei voor de versmarkt is dat de verkoopprijs", verduidelijkt AMS. Voor de overige teelten zijn er te weinig waarnemingen in de streekproef om daarover een uitspraak te doen.
Het familiaal arbeidsinkomen min de fictieve vergoeding voor eigen arbeid geeft het netto bedrijfsresultaat (NBR), wat beschouwd kan worden als beloning voor het management van de bedrijfsleider. Voor erwten voor de industrie is het gemiddelde NBR zowel in 2008 als in 2009 positief. Voor bonen en bloemkool voor de industrie is het gemiddelde NBR één van de twee jaren positief. Spinazie en spruitkool voor de industrie en bloemkool en prei voor de versmarkt leverden telkens een negatief NBR op.
Meer info: AMS-studie 'Kostprijsanalyse en rentabiliteitsbepaling vollegrondsgroenten'
Bron: AMS-nieuwsflash