Groen wil 15 procent biolandbouw in Vlaanderen tegen 2030

Tijdens een discussievoormiddag over landbouw maakt Groen-fractieleidster Mieke Schauvliege de ambitie bekend dat haar partij het aandeel biolandbouw in Vlaanderen wil zien stijgen van 1,6 procent vandaag naar 15 procent tegen 2030. Om de biolandbouw te stimuleren schuift ze enkele voorstellen naar voren. Zo wil de partij de bio-afzetmarkt vergroten door kantines van de overheid in de korte keten te integreren, een brede campagne rond biologische voeding te bewerkstelligen en het beschikbaar stellen van publieke gronden voor bioboeren.

23 juni 2023  – Laatst bijgewerkt om 26 juni 2023 11:46
Lees meer over:

“Vandaag is amper 1,6 procent van de Vlaamse landbouwgronden vrij van pesticiden en kunstmatige meststoffen. Nochtans heeft biolandbouw tal van voordelen”, aldus Schauvliege. “Biologische landbouw zorgt voor minder stikstofuitstoot, meer biodiversiteit, schoner water, gezondere bodems, meer gesloten kringlopen en meer dierenwelzijn. Het is ontzettend belangrijk dat de Vlaamse regering de sector zo goed mogelijk ondersteunt en versterkt.”

Landbouwgrond exclusief voor bio

Om het aandeel biolandbouw aanzienlijk te doen groeien is er volgens de fractieleidster nood aan ambitieuze doelstellingen met bijhorende maatregelen en budgetten. “Maar er is ook nood aan landbouwgrond. Een biologische melkveehouder heeft bijvoorbeeld al snel tien hectare extra grond nodig om biologisch voer zoals grasklaver, peulvruchten of granen te telen”, duidt Schauvliege.

Tijdens de discussievoormiddag stelt de partij voor om de vele landbouwgronden die de Vlaamse overheid bezit exclusief te laten bewerken door bioboeren. “Zo ondersteunen we de transitie naar biolandbouw en geven we landbouwers een duwtje in de rug”, legt Schauvliege uit waarbij ze verwijst naar het Gentse moratorium op de verkoop van landbouwgronden in handen van OCMW. Deze manier van gronden vrijwaren werd eerder in de voormiddag besproken op een kort debat over grondemobiliteit door Gents schepen voor landbouw Tine Heyse (Groen). Een debat waar ook Groene Kring-voorzitter Bram Van Hecke en ILVO-onderzoeker Hans Vandermaelen aan deelnamen.  

Grondverlies

Vandermaelen stelde in zijn onderzoek vast dat publieke instellingen aan een zeer snel tempo gronden verliezen. “In Gent daalde het aantal gronden van het OCMW en de kerkfabriek tussen de 10 en 20 procent in de laatste decennia.” Dit zijn gronden die vaak nog verpacht worden aan landbouwers en die verkocht worden voor niet-agrarische doeleinden zoals mobiliteit, economie, natuur, huisvesting. “Landbouw is een grote afwezig in die lijst”, stelt de ILVO-onderzoeker. “Publieke instellingen gaan er vaak vanuit dat het niet nodig is om landbouwgrond aan te kopen of grond te verkopen voor landbouw.”

Ook Van Hecke stelt dit vast op het terrein. “Publieke instellingen moeten stoppen met landbouwgrond als restgrond te zien”, aldus de voorzitter van Groene Kring. “Als er iets moet verwezenlijkt worden, is het vaak op landbouwgrond. En als industriegrond weggaat dan worden er huizen of bomen op gebouwd. Gronden gaan amper nog naar de landbouw.” Ook hij ziet een voordelen in een moratorium. “De overheid zou haar gronden strategisch moeten beschikbaar stellen”, zegt Van Hecke. "Niet enkel voor agro-ecologische doeleinden maar ook voor conventionele en jonge boeren.”

Overheid als klant

Naast de gronden kan de overheid ook de groei op de afzetmarkt rechtstreeks beïnvloeden, meent Schauvliege. “Van personeelsrestaurants van overheidsdiensten tot catering op overheidsevenementen, de Vlaamse overheid zou er een gewoonte van kunnen maken om voorrang te geven aan biologische producten van Vlaamse boeren en tuinders”, aldus Schauvliege. “Veel boeren willen biologisch werken, maar durven te stap niet te zetten omdat ze niet zeker zijn dat er een afzetmarkt is voor hun producten. Als de overheid zich engageert klant te worden, kan ze landbouwers een gegarandeerde afzet verzekeren.”

Ook bioboer Tijs Boelens dringt aan om biologische voeding in de kantines van Vlaanderen te introduceren. Tijdens het slotdebat op de discussievoormiddag ijvert hij om het ‘low hanging fruit’ onder handen te nemen. “Laat kantines scholen en overheden bevoorraden door landbouwers uit de buurt en zet middelen in om het kantinepersoneel ermee te leren koken”, proclameert Boelens. “Integreer de kantines in de korte keten en durf te investeren in lokale economie.”

“Niet enkel de kantines kunnen we eten geven, Vlaanderen kan met zijn areaal alle inwoners voeden”, gaat Boelens verwoed verder. “Ik ben geen purist die vindt dat alle grenzen dicht moeten en er geen enkele banaan meer binnen mag. Maar we moeten af van de illusie dat wij de rest van de wereld moeten voeden en zelf niet autonoom kunnen zijn.” De bioboer laat weten dat we daarvoor wel ‘een licht ander voedingspatroon moeten volgen’. “Want door de jaren heen zijn er fouten in ons voedingspatroon geslopen, zoals het eten van kip en varkens. Ook eten we te weinig aardappelen en te veel granen.”

Naast Boelens namen ook Joris Relaes, administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), bio-econome Tessa Avermaete (KULeuven) en onderzoekster in agro-ecologie Barbara Van Dyck (ULB) deel aan het slotdebat. Avermaete gaf na de statements van Boelens aan dat een reality check nodig is. “We leven in Vlaanderen, niet in een utopia. We hebben een wereldmarkt nodig voor voeding. Voedselautonomie met meer trots op onze producten is nodig, maar voedselsoevereiniteit is een utopie.”

Toekomst van de landbouw

Op de vraag welke toekomstvisie wenselijk, antwoordden de vier panelleden telkens anders. Volgens Relaes is de landbouw in de toekomst een landbouw die de technologie omarmt maar waarin teruggegrepen moet worden naar enkele waarden die we vergeten zijn. Als voorbeeld brengt hij een gezonde bodem aan. “Een gezonde bodem is essentieel voor iedereen die met natuur bezig is maar is ook essentieel als productiepotentieel voor de landbouwer. Dat zijn we gaandeweg uit het oog verloren.” Of het nu agro-ecologische of biologische landbouw is die toegepast wordt in de toekomst, doet er niet toe volgens Relaes. “De richting waar landbouw naartoe gaat is belangrijk, die moet klimaatvriendelijk, duurzaam en natuurinclusief zijn."

Groen discussievoormiddag landbouw

Voor Van Dyck is een agro-ecologische toekomst alvast wenselijk. Al merkt ze in haar betoog op dat deze er niet zal komen zolang ‘de Vlaamse landbouwvisie de agrovoedingsindustrie ondersteunt en alternatieven enkel in de marge ondersteunt’. “We zijn te afhankelijk van de spelers die ervoor gezorgd hebben dat we nu vast zitten in een rotsysteem waarbij de bodem vernietigd is door de agroindustrie en zware financiele technologische investeringen ons verder duwen in de richting van voedselproducenten”, aldus Van Dyck.

Boelens treedt Van Dyck daarin bij. “Plots hebben we de impuls gekregen om via subsidies te moderniseren en op te schalen zodat bijna iedereen nu ondernemersboer is”, aldus Boelens. “In het systeem vandaag wordt er geld per hectare en geld per nieuwe investering gegeven. Deze subsidies duwen telkens richting meer areaal, meer grond bewerken en grotere machines. Zelfs de groene subsidies draaien om vergroting, het gaat over zoveel subsidie per kilometer haag of bebloeming.”

“En het zijn niet de landbouwers die beter worden van dit subsidiesysteem, maar de agro-industrie”, meent Boelens. “Waar is de sociaal-ecologische logica? En ondertussen prutsen wij in de korte keten. Niet omdat we gekozen hebben om in die situatie te zitten maar omdat we geen deel van de taart krijgen. Nochtans hebben we er vanuit een sociaal, ethisch en ecologisch perspectief recht op.”

“Stop de echte waanzin en ga terug naar de bron”
Uitgelicht
Met de gelekte documenten van het zevende mestactieplan (MAP7) worden de Vlaamse landbouwbedrijven voor de zoveelste keer in korte tijd getorpedeerd, schrijven Tijs Boelens en...
7 november 2022 Lees meer

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek