Goede bestuiversbiotoop zorgt voor 10% meer opbrengst

Een rijkdom aan bloeiende planten in het landschap aanbrengen via zaaimengsels. Het is één van de manieren om de terugvallende populaties aan bestuivers te ondersteunen die op hun beurt de gewasopbrengst tot wel 10 procent kunnen doen stijgen. De Universiteit Gent wil samen met de Vlaamse Landmaatschappij, Inagro en een aantal buitenlandse onderzoekers een adviestool ontwikkelen die boeren kan helpen om te beslissen welke mix van zaden hij best gebruikt voor zijn gewas en waar hij die best aanbrengt.
5 september 2019  – Laatste update 14 september 2020 14:51
Lees meer over:

Een rijkdom aan bloeiende planten in het landschap aanbrengen via zaaimengsels. Het is één van de manieren om de terugvallende populaties aan bestuivers te ondersteunen die op hun beurt de gewasopbrengst tot wel 10 procent kunnen doen stijgen. De Universiteit Gent wil samen met de Vlaamse Landmaatschappij, Inagro en een aantal buitenlandse onderzoekers een adviestool ontwikkelen die boeren kan helpen om te beslissen welke mix van zaden hij best gebruikt voor zijn gewas en waar hij die best aanbrengt.

Het EU-Interreg-project kreeg de naam BEESPOKE: Benefitting Ecosystems through Evaluation of food Supplies for Pollination to Open Knowledge for End users. Het begint met het in kaart brengen van het landschap in Vlaanderen op locaties gekozen door VLM. “We meten de biodiversiteitsindex op deze sites waarna verschillende zaaimengsels worden aangebracht”, vertelt UGent-professor Guy Smagghe. “De bloeiende planten die hieruit groeien, trekken verschillende soorten bestuivers aan die een invloed hebben op de gewasopbrengst. Met de data die we hieruit verzamelen, kunnen we ons voorspellend model optimaliseren om de biodiversiteit in verschillende soorten landschappen en gewassen te verhogen.” 

Door dit model te valideren, kunnen bestuivingskaarten gemaakt worden. Deze tonen hoe geschikt een gebied is voor bestuivers. Landschapsbeheerders kunnen hiermee doelgericht ingrijpen om een optimaler habitat te voorzien en zo ook gewasopbrengst te verbeteren. In het project wordt het effect op bestuivers in 14 gewassen onderzocht. Het gaat dan vooral om fruitdragende gewassen met een hoge afhankelijkheid van bestuivers, zoals appels, kersen en zwarte bessen.

Op dit moment wordt er gestart met meer dan 70 demovelden, zowel in Vlaanderen als in onze buurlanden Zweden, Nederland, Denemarken, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Al deze BEESPOKE-partners behoren tot de Noordzee-regio, één van de meest productieve landbouwstreken ter wereld. Dit in het kader van Interreg, een Europees programma dat zich inzet voor grensvervaging in Europa die gesteund wordt door het Europees regionaal ontwikkelingsfonds (ERDF) van de Europese Unie. Het project start in september en zal ongeveer 3,5 jaar duren met een budget van 4,1 miljoen euro.

“Het gaat dus om een veelbelovend project voor een grote regio waarin Vlaanderen een hoofdrol mag spelen. De ontwikkeling van een betere aanpak voor het ondersteunen van onze wilde bestuivers is broodnodig gezien zij een onmisbare schakel zijn in ons menselijke ecosysteem”, aldus onderzoeker Ivan Meeus. “We willen de natuurlijke bestuiving in de lokale en landelijke gebieden verhogen voor een optimale balans tussen economische en ecologische belangen, met als doel een 10 procent hogere gewasopbrengst.”  

Bron: |

In samenwerking met: UGent-Crelan leerstoel landbouwinnovatie

Beeld: Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek