Glastuinbouwzone Roeselare in volle voorbereiding

In Roeselare bereidt de West-Vlaamse Intercommunale (WVI) samen met andere actoren de realisatie voor van een glastuinbouwzone. "We onderzoeken momenteel of de restwarmte die de verbrandingsoven van afvalintercommunale Mirom levert, rendabel ingezet kan worden in de glastuinbouwzone", zegt directeur Geert Sanders.

Voor een glastuinbouwzone zijn enkele factoren cruciaal: warmte, CO2 als voedingselement voor het gewas en energie, genoeg ruimte, aangepaste infrastructuur en buffers om water op te slaan en te hergebruiken. Voor warmte en CO2 maken veel tuinders momenteel gebruik van een warmtekrachtkoppeling (WKK) aangedreven door aardgas of stookolie.

De zone in Roeselare biedt opportuniteiten om los te komen van fossiele brandstoffen. De verbrandingsoven van Mirom levert namelijk al langere tijd restwarmte uit de verbranding van afval aan een warmtenet. Daarmee worden momenteel al andere serres, het Heilig-Hartziekenhuis en andere gebouwen in Roeselare verwarmd.

De voorbije jaren is al veel denk- en studiewerk omtrent de glastuinbouwzone verricht. Intussen zijn in Roeselare met geïnteresseerde tuinders en investeerders al de eerste inrichtingsconcepten besproken. De zone wil plaats bieden aan grootschalige bedrijven van vijf tot tien hectare.

Om in te spelen op de exploitatielogica van tuinders wordt voor rechthoekige structuren gekozen zodat de beschikbare ruimte optimaal benut kan worden. Op reststroken en aan de rand kunnen waterbuffers worden aangelegd. Landschappelijke inkleding en de integratie van een fietspad moeten het geheel aantrekkelijk maken voor de ruime omgeving.

Ook in Oudenburg wordt getracht dezelfde oefening te maken in samenwerking met bedrijven op het nabijgelegen industriegebied Plassendale. Het denk- en studiewerk voor de glastuinbouwzones in Oudenburg en Roeselare werd mogelijk gemaakt dankzij de Europese subsidies die WVI hiervoor ontving uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling.